Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0002/GA, 4 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2/GA

betreft: [klager] datum: 4 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Berg van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Arnhem,

gericht tegen een uitspraak van 24 december 2014 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [klager], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 april 2015, gehouden in de locatie Zuid van de p.i. Arnhem, zijn gehoord klager en, namens de directeur van de locatie De Berg,
mevrouw [...], juridisch medewerker bij de p.i. Arnhem.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het niet willen meewerken aan de inkomstenprocedure en het weigeren om de directeur een hand te geven.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie vond dat de directeur een dag te veel straf had opgelegd. Er is inderdaad afgeweken van het standaard sanctiebeleid omdat er ook sprake was van een schending van de fatsoensnormen. Het verslag is inderdaad in de meerpersoonscel
afgehandeld, er is geen regel dat dit niet zou mogen. De directeur kan niet verklaren waarom het verslag niet zou zijn aangezegd.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de hele zaak te zwaar is aangezet. Toen hij binnen kwam, moest hij door een detectiepoortje. Klager wilde dat toen niet. Klager vindt dat de directeur fout gehandeld heeft. Hij had op dat moment geen behoefte om de dame die
toen
kwam, een hand te geven. Hij wist niet dat die dame de directeur was, dat hoorde hij pas later. Klager heeft inderdaad geen handtekening gezet. Hij heeft met een kruisje getekend omdat hij wilde aangeven dat hij een en ander wel gezien had maar dat hij
het niet eens was met de inhoud.

3. De beoordeling
Het verslag dat heeft geleid tot onderhavige disciplinaire straf is blijkens de daarin opgenomen mededeling van de verslaglegger niet aangezegd aan klager.
Volgens vaste rechtspraak van de beroepscommissie kan de directeur slechts naar aanleiding van een aan de gedetineerde aangezegd verslag een disciplinaire straf opleggen. Nu dit niet is gebeurd, voldoet de bestreden beslissing van de directeur niet aan
de daaraan verbonden wettelijke vereisten en is het beklag alleen al om die reden gegrond.
Het beroep van de directeur zal daarom ongegrond worden verklaard, met bevestiging van de uitspraak van de beklagcommissie, met aanpassing van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanpassing van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 mei 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven