Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4510/GA, 4 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4510/GA

betreft: [klager] datum: 4 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.P. Friperson, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 november 2014 van de beklagcommissie bij het PPC Haaglanden te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 maart 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is gehoord mr. A.P. Visser, raadsman van klager.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
De directeur van het PPC Haaglanden is zonder bericht van verhindering niet verschenen ter zitting. Op 17 maart 2015 is hem schriftelijk verzocht nadere inlichtingen te verstrekken. Deze inlichtingen zijn op 17 maart 2015 ontvangen en op 25 maart 2015
ter kennisname verstuurd naar klager en zijn raadsman.
De beroepscommissie heeft voorts geïnformeerd over het televisieaanbod bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet aanbieden van televisiezenders in de Turkse- en Marokkaanse taal.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Verwezen wordt naar recente jurisprudentie van de beroepscommissie. Klager dient te worden ontvangen in zijn beklag. Hij wordt individueel geraakt. Veel gedetineerden zijn niet van Nederlandse afkomst, terwijl het televisieaanbod Nederlands is. De
directeur hoort te kijken naar de gedetineerdenpopulatie en in gesprek te gaan met de gedetineerdencommissie (gedeco) over het televisieaanbod. Zo heeft de beklagcommissie ook beslist in een andere beklagzaak, maar tot op heden is dit niet gebeurd. De
directeur heeft verwezen naar een brief van toenmalig minister Donner, maar die brief is onbekend en niet in het dossier gevoegd. Bovendien zou de inhoud daarvan niet stroken met de praktijk. De raadsman weet dat in de p.i. Krimpen aan den IJssel wel
een gevarieerd televisieaanbod is.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
De penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden maakt gebruik van het Ziggo-standaardpakket zoals voorgeschreven door de Minister van Justitie. Ziggo biedt naast het standaardpakket ook extra zenderpakketten aan. Aan de extra zenderpakketten is een
meerprijs verbonden die per kamer of per drie aansluitingen wordt berekend. Gezien de veelheid aan etnische groepen in de p.i., zijn alleen extra zenderpakketten beschikbaar voor de Turkse- en Hindoestaanse populatie. Om alle etnische groepen te kunnen
voorzien in tv-zenders in hun eigen taal, zou gebruik gemaakt moeten worden van schotelantennes. Hiermee is geëxperimenteerd in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Door de veelheid aan storingen intern en voor de directe omgeving van de inrichting, is
daarvan afgestapt en is weer overgegaan op Ziggo-basis. Het uitbreiden van het zenderaanbod in de p.i. Haaglanden is om voornoemde redenen niet aan de orde geweest. Bovendien blijkt uit de jurisprudentie – waar inhoudelijk naar wordt verwezen – dat het
aanbieden van een Ziggo-standaard pakket zich niet verzet tegen hogere regelgeving. Het uitbreiden van het zenderaanbod is niet besproken met de gedeco. In het PPC is als gevolg van gebrek aan animo wisselend sprake van een gedeco. De vraag om
buitenlandse zenders komt wel regelmatig terug. De gedetineerden hoeven overigens niet verstoken te raken van nieuws uit het land van herkomst. Zij kunnen bij de afdeling onderwijs een verzoek doen om daar via een computer met beperkt internet te
surfen
naar nieuws sites.

3. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de DJI blijkt dat de directeur van een inrichting afhankelijk is van de televisie-provider met betrekking tot het aanbieden van een televisiepakket. Nu de penitentiaire inrichtingen in verschillende regio’s staan, heeft de
directeur van een p.i. te maken met de televisieprovider van die regio. De beroepscommissie concludeert dat de directeur niet gebonden is aan een landelijk aangewezen provider bij de keuze van het televisieaanbod. Klager kan derhalve worden ontvangen
in
zijn beklag. Immers, uit de schriftelijke inlichtingen blijkt dat de directeur een (beperkte) keuze heeft om rekening te houden met de gevangenispopulatie in het zenderaanbod die hij afneemt van de provider. De uitspraak van de beklagcommissie zal om
deze reden worden vernietigd.

Inhoudelijk oordeelt de beroepscommissie als volgt. Het beklag luidt dat geen televisiezenders in de Turkse- en Marokkaanse taal worden aangeboden. Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur blijkt dat in het PPC extra zenderpakketten worden
aangeboden voor de Turkse- en Hindoestaanse populatie. Het beklag dat ziet op het niet aanbieden van televisiezenders in de Turkse taal moet daarom ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot het beklag dat ziet op het niet aanbieden van televisiezenders in de Marokkaanse taal overweegt de beroepscommissie als volgt. De directeur heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat hij bij het aanbieden van het zenderpakket een
zorgvuldige afweging heeft gemaakt om geen televisiezenders in de Marokkaanse taal beschikbaar te stellen. Zo is onduidelijk hoe rekening wordt gehouden met de etnische achtergrond van de gedetineerdenpopulatie en hoe deze populatie voornamelijk is
samengesteld. Daarnaast heeft de directeur evenmin aannemelijk gemaakt dat het (technisch) niet mogelijk is om zenders in de Marokkaanse taal aan te bieden. Het beklag dient daarom gedeeltelijk gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie acht geen
termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag omtrent het niet aanbieden van televisiezenders in de Turkse taal ongegrond. Het beklag omtrent het niet
aanbieden van televisiezenders in de Marokkaanse taal is gegrond.
De beroepscommissie kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 4 mei 2015

secretaris voorzitter

Naar boven