Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4549/SGA, 15 december 2014, schorsing
Uitspraakdatum:15-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/4549/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 15 december 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van voormelde locatie, beide van 4 december 2014, inhoudende:
a. de oplegging van een disciplinaire straf van beperking van het eerstvolgende verlof, in die zin dat het verlof met kerst wordt beperkt tot dertig uur, wegens een positieve urinecontrole op THC, ook na een herhalingsonderzoek,
b. de terugplaatsing van verzoeker vanuit het plusprogramma naar het basisprogramma (degradatie).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van een tweetal klaagschriften, beide van 5 december 2014, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 10 december 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur wordt aannemelijk dat verzoeker bij een urinecontrole, ook na een herhalingsonderzoek, een positieve score
heeft behaald op het gebruik van THC. De beslissing van de directeur om het verlof van verzoeker te beperken tot 30 uur kan, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, gerechtvaardigd worden geacht. Het verzoek wordt in zoverre afgewezen.

Ten aanzien van de beslissing om verzoeker terug te plaatsen in het basisprogramma overweegt de voorzitter dat bovengenoemd gedrag, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, als zogenaamd ‘rood’ gedrag kan worden aangemerkt. Daarbij komt dat uit
de
inlichtingen van de directeur ook is gebleken dat het gedrag van verzoeker op de afdeling ook negatiever werd, dat verzoeker hier verschillende keren op is aangesproken en gewaarschuwd dat hij dicht bij een rood programma zat. Gelet op het vorenstaande
kon de directeur – wederom naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - in redelijkheid tot verzoekers degradatie beslissen. Het verzoek zal daarom ook in zoverre worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 15 december 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven