Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1183/GB, 18 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:18-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1183/GB

Betreft: [klager] datum: 18 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Visser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 april 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 11 mei 2015 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht gedeeltelijk ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 10 maart 2015 is klager opgeroepen zich op 9 april 2015 te melden in de p.i. Dordrecht voor het ondergaan van 345 dagen gevangenisstraf. Op 18 maart 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 24 maart 2015 gegrond is verklaard,
waarbij hem uitstel van zijn meldplicht is verleend tot en met 11 mei 2015. Op 31 maart 2015 heeft klager opnieuw een bezwaarschrift ingediend dat op 9 april 2015 gedeeltelijk ongegrond is verklaard, waarbij klager uitstel van zijn meldplicht is
verleend tot en met 1 juli 2015.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager kan zich niet verenigen met een uitstel tot 1 juli 2015. De echtgenote van klager heeft medische problemen. Verwezen wordt naar haar medisch dossier, waar een en ander uit blijkt. Klager
is haar mantelzorger en zijn aanwezigheid is noodzakelijk, daar hij zijn echtgenote wenst te steunen in deze lastige situatie. Hij zoekt naar een vervanger voor zijn taken tijdens zijn detentie, maar dit is nog niet gelukt en hij lijkt dit niet op
korte
termijn te kunnen regelen. Voorts zal detentie de goede lijn doorbreken die klager heeft ingezet met betrekking tot werkzaamheden om zijn schulden af te betalen. Het is derhalve disproportioneel om klager thans een vrijheidsstraf te laten ondergaan.
Gelet op het voorgaande verzoekt klager om uitstel tot een nader te bepalen datum, wanneer de medische situatie van zijn vrouw verbeterd zal zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Nu klager op zoek is naar een waarnemer van de mantelzorg over zijn echtgenote, maar dit tot op heden nog niet gelukt is, heeft de selectiefunctionaris klager uitstel
verleend tot 1 juli 2015. Dit uitstel geeft klager voldoende ruimte om zijn zaken te regelen. Onvoldoende is duidelijk geworden waarom klager voor 1 juli 2015 hierin niet zal slagen. In dat licht staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de
vrijheidsstraf voorop.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Dordrecht is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat de selectiefunctionaris aan klager tweemaal uitstel van zijn meldplicht heeft verleend om regelingen te kunnen treffen met betrekking tot zijn financiële situatie, de medische situatie van zijn echtgenote en
de
zorg die zij behoeft. Klager verzoekt om uitstel tot een nader te bepalen datum, wanneer de medische situatie van zijn vrouw verbeterd zal zijn. Uit hetgeen namens klager is aangevoerd is onvoldoende gebleken op welke termijn klager vorenstaande
verwacht. De beroepscommissie is dan ook met de selectiefunctionaris van oordeel dat klager onvoldoende heeft onderbouwd waarom hij er voor 1 juli 2015 niet in zal slagen vervanging voor zijn taken met betrekking tot de zorg van zijn echtgenote te
organiseren, eventueel door gebruik te maken van de mogelijkheden die de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) biedt. Klager heeft gelet op de twee ingewilligde uitstelverzoeken voldoende gelegenheid gehad om te anticiperen op zijn aankomende
detentie. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
E.M. Breugem, secretaris, op 18 mei 2015

secretaris voorzitter

Naar boven