Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0265/GA, 15 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:15-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/265/GA

betreft: [klager] datum: 15 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 januari 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Grave,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 april 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn klagers raadsman, mr. W.J. van Bel, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Grave, gehoord.
Klager is niet ter zitting verschenen.
Als toehoorder was aanwezig [...], stagiaire bij de afdeling rechtspraak van de Raad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van klagers pet.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Toen hij in de afzonderingscel werd geplaatst, heeft hij de sleutel van zijn kluisje aan het personeel afgegeven. De sleutel is
vervolgens achtergebleven in zijn cel. Bij het uitpakken van spullen kwam klager er achter dat hij zijn Gucci-pet miste. Het afdelingshoofd vertelde dat zijn (voormalig) celgenoot met de pet rondliep. Later bleek de pet te zijn uitgevoerd. De directeur
stelt dat kluissleutels in de teamkamer worden bewaard. Niet gebleken is dat dit in dit geval ook is gebeurd. Klager heeft wel gezien dat zijn sieraden op de teamkamer werden bewaard. Hij verzoekt om een tegemoetkoming van € 170,=. Subsidiair verzoekt
hij het betreffende afdelingshoofd te horen en de directeur op te dragen de relevante “uitvoergegevens” van de toenmalige celgenoot te verstrekken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Gedetineerden bewaren zelf hun kluissleutel. Bij plaatsing in de straf- of afzonderingscel wordt de sleutel door het
personeel ingenomen en in de teamkamer bewaard. De sleutel wordt niet in de cel gelegd. Klager is bij plaatsing in de afzonderingscel ontkleed en zijn spullen zijn ingenomen. Het personeel heeft desgevraagd aangegeven dat klagers sieraden en
kluissleutel in de teamkamer zijn bewaard. De sieraden en de sleutel zijn aan klager teruggegeven. De directeur betwist niet dat klagers celgenoot met klagers pet rondliep.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht en wijst mede in het licht van na te nemen beslissing het verzoek het afdelingshoofd te horen en het verzoek de directeur op te dragen uitvoergegevens te verstrekken af.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagrechter. Als uitgangspunt kan gelden dat klager in het bezit was van een pet en dat zijn celgenoot op enig moment met deze pet rondliep. Niet aannemelijk is
geworden dat klagers kluissleutel na inname door het personeel vervolgens op zijn cel is gelegd zodat zijn celgenoot toegang kreeg tot de kluis. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden
bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 mei 2015

secretaris voorzitter

Naar boven