Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0457/GM, 29 april 2015, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/457/GM

betreft: [klager] datum: 29 april 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 5 februari 2015 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 april 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is klager gehoord.

De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyder Bos heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Klager heeft ter zitting aangegeven dat een tolk niet noodzakelijk is.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 22 januari 2015, betreft de weigering om aan klager een bril voor te schrijven/te verstrekken.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Zijn bril, die hem in Polen door een opticien is verstrekt, is kapot gegaan en kan niet meer worden gemaakt. Voor de pc heeft hij altijd een bril nodig. Hij begrijpt niet waarom de opticien van de inrichting zegt dat hij geen bril nodig heeft. In Polen
had hij een bril met sterkte links +2,5 en rechts -0,5. Hij gebruikte zijn bril voor autorijden, tv-kijken, voor alles. Klager kan zonder bril lezen, maar heeft dan problemen als hij een uur later tv wil kijken. Met zijn goede rechteroog kan hij zonder
bril niet goed in de verte zien. Het beeld is dan niet scherp.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. De opticien heeft bij klager geen afwijkingen gevonden die een bril kunnen rechtvaardigen. Verwezen wordt naar klagers medisch dossier.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken en met name klagers medische gegevens volgt dat bij klager sprake is van amblyopie in het linkeroog. Dit wordt ook wel een lui oog genoemd. Vaststaat dat de behandeling van amblyopie alleen op jonge
leeftijd kan plaatsvinden door het afplakken van het luie oog en dat die behandeling voor klager, die inmiddels volwassen is, niet meer mogelijk is. Uit klagers medische gegevens volgt dat klagers visus problemen niet met een bril kunnen worden
verholpen en dat er geen medische indicatie is voor het voorschrijven/verstrekken van een bril.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

Overigens acht de beroepscommissie het voorstelbaar dat klager met een leesbril iets scherper van dichtbij zou kunnen zien en geeft zij klager in overweging om via de buitenwinkel een leesbril te bestellen c.q. een leesbril en een bril voor veraf te
bestellen en daarvan de glazen te combineren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers en prof. Dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 april 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven