Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4711/GA, 23 april 2015, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4711/GA

betreft: [klager] datum: 28 april 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Heemskerk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 december 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 maart 2015, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, zijn klagers raadsman en [...], juridisch adviseur bij de p.i. Alphen aan den Rijn. Klagers raadsman heeft aangegeven dat klager niet bij de
behandeling
aanwezig is.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft de vermissing van een paar sneakers ter waarde van € 429,= na een spitactie.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De sneakers waar het om gaat mist klager sinds een op 10 september 2014 gehouden spitactie. Dat de betrokken personeelsleden hebben verklaard geen schoenen van de cel van klager hebben gehaald, zegt niet alles. Na verloop van tijd is het voor hen
immers
lastig voor de geest te halen wat zij op de bewuste dag van de cel hebben gehaald. De mededelingen daaromtrent moeten dan ook met voorzichtigheid beoordeeld worden. De betreffende sneakers stonden op de invoerlijst. Dat de sneakers, zoals de directie
aangeeft, niet nader omschreven staan, kan klager niet worden tegengeworpen. Klager heeft een aankoopnota van zwarte Royaums sneakers van 27 februari 2014 ten bedrage van € 429,= overgelegd.
Ter zitting is daaraan toegevoegd, na het zien van de celinspectielijst van 10 september 2014, dat eerst wordt aangegeven dat er geen schoenen op de lijst staan, later weer wel en dat op de celinspectielijst geen schoenen staan vermeld.

Namens de directeur is in beroep aangevoerd dat het celinspectieformulier op ambtseed is opgemaakt er daarom aan hetgeen daarop vermeld staat niet getwijfeld wordt. Uit het fomulier celinspectie van 10 september 2014 blijkt dat geen schoenen van
klagers
cel zijn verwijderd.
Bij invoer wordt er een aantekening gemaakt bij het bad. Een gedetineerde mag vijf paar schoenen op cel hebben. Er worden nooit merken genoteerd, omdat niet te controleren is of het echte merkproducten zijn of nagemaakte merkproducten.

3. De beoordeling
Klager stelt dat bij een celinspectie op 10 september 2014 zijn zwarte Royaums sneakers zijn weggenomen. Vast staat dat op klagers invoerlijst sneakers staan, zonder aanduiding van het merk. Namens de directeur is aangevoerd dat nooit het merk van de
ingevoerde goederen wordt vermeld. Als niet weersproken is komen vast te staan dat klager ten tijde van de spitactie van 10 september 2014 het maximaal toegestane aantal van vijf paar schoenen/slippers op cel had. Nu bovendien uit het formulier van de
celinspectie van 10 september 2014 niet blijkt dat er schoenen/sneakers van klagers cel zijn verwijderd en ook anderszins niet aannemelijk is geworden dat de sneakers door toedoen van de inrichting zoek zouden kunnen zijn geraakt, kan niet anders
worden
geconcludeerd dat het de inrichting niet is te verwijten dat klager de sneakers in kwestie niet meer in zijn bezit heeft.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 28 april 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven