Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0402/SGA, 13 februari 2015, schorsing
Uitspraakdatum:13-02-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 15/402/SGA
Betreft : [...] datum: 13 februari 2015

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 2 februari 2015, inhoudende de een verbod tot het opnemen van
contacten met de media, inhoudende controle van in- en uitgaande poststukken en toezicht op telefoongesprekken, voor de duur van veertien dagen, ingaande op 2 februari 2015 om 14.30 uur en eindigend op 16 februari 2015, in verband met niet toegestane
contacten met de media.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat daar een klaagschrift van verzoeker is ontvangen en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 13 februari 2015.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Indien en voor zover een gedetineerde contact wenst te onderhouden met vertegenwoordigers van de media, dient hij daarvoor toestemming te vragen
aan de directeur. Uit de inlichtingen van de directeur wordt voldoende aannemelijk dat verzoeker zonder die toestemming contact heeft gehad met een of meer vertegenwoordigers van de media. Dat rechtvaardigt, naar het voorlopig oordeel van de
voorzitter,
onderhavige beslissing van de directeur. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 februari 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven