Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4555/GA, 31 maart 2015, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4555/GA

betreft: [klager] datum: 31 maart 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.M. Iwema, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 december 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zich op advies van het m.m.d. ingeschreven als woningzoekende. Het m.m.d. heeft uitgelegd dat er betere kansen liggen in Eindhoven dan in Sliedrecht en dat aan de inschrijving kosten zijn verbonden. Klager heeft € 33,50 betaald aan
Woonkeus. Klager heeft gemerkt dat de p.i. het hem vijfmaal onmogelijk heeft gemaakt om van een reëel woningaanbod gebruik te kunnen maken. De laatste keer was op 6 augustus 2014 toen klager geen verlof kreeg om een woning in Sliedrecht te bezoeken
voor
intake en acceptatie. Volgens de directeur is de tijd te kort geweest om het verlof te beoordelen en toe te kennen, maar klager is niet geïnformeerd over het feit dat hij naast het inschrijfgeld ook een pro forma verlofaanvraag moest neerleggen bij de
directeur. Ook blijkt uit de stukken dat – anders dan de directeur heeft gesteld – klager niet per email werd uitgenodigd voor een kijkdag op de volgende dag. Uiteindelijk heeft klager een plaats geaccepteerd bij Stichting Exodus, mede omdat het
onmogelijk bleek een eigen woning in Sliedrecht te verkrijgen vanuit de p.i. Klager verzoekt het beroep gegrond te verklaren en om schadevergoeding toe te kennen ter hoogte van het inschrijfgeld. Namens klager is verzocht het beroep mondeling te
behandelen. Ook is het ‘fair play’ beginsel geschonden, nu de directeur het dossier niet compleet heeft aangeleverd.

Namens de directeur is aangegeven dat de directeur het gezien de reeds aanwezige informatie niet nodig acht een nadere toelichting te geven.

3. De beoordeling
Namens klager is aangegeven dat hij het beroep mondeling wil toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

Uit het klaagschrift (nummer 602) volgt dat klager op 31 juli 2014 heeft verzocht om toekenning van een halve dag verlof, zodat hij een woning kon bezichtigen op 6 augustus 2014 (a). Tevens heeft klager op het klaagschrift vermeld dat hij viermaal geen
kans heeft gekregen om een contract te ondertekenen (b).

De beroepscommissie stelt vast dat klager op donderdag 31 juli 2014 voor de woensdag daarop, 6 augustus 2014, een verzoek heeft gedaan om met verlof te gaan. Deze termijn is relatief kort. In de huisregels (versie 1 december 2013, welke versie gold ten
tijde van de aanvraag) staat onder 4.3.3.2. Tijdelijk verlaten van de inrichting onder het kopje Algemene Verlofregeling Gedetineerden onder meer: “U kunt een verlofaanvraag indienen bij de casemanager van het BSD. Voor de eerste aanvraag wordt een
termijn gesteld van 8 à 9 weken.” Tevens staat onder het kopje Incidenteel verlof – voor zover van belang – eveneens vermeld: “Een incidenteel verlof kunt u aanvragen bij uw casemanager van het BSD.” De beroepscommissie acht klager bekend te zijn met
de
inhoud van de huisregels. Zij stelt vast dat klager niet op de bovenvermelde wijze zijn verlofverzoek heeft ingediend. Tevens heeft klager in zijn brief – die is gericht aan de directeur – niet opgemerkt dat er sprake is van spoed. De beroepscommissie
acht het niet onredelijk en onbillijk dat de directeur niet tijdig kon beslissen op het verlofverzoek.
Hetgeen in beroep is aangevoerd met betrekking tot beklagonderdeel b kan naar het oordeel van de beroepscommissie eveneens niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 31 maart 2015

secretaris voorzitter

Naar boven