Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0290/GB, 30 maart 2015, beroep
Uitspraakdatum:30-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/290/GB

Betreft: [klager] datum: 30 maart 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 januari 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de inrichting voor stelselmatige daders (isd) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 26 mei 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de isd van de locatie Hoogvliet te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager staat ingeschreven in de gemeente Venray. Klager wil aldaar re-integreren en zich na detentie vestigen. Hij heeft geen binding met de gemeente Rotterdam. De verloofde van klager en zijn
vriendin wonen in Limburg en hebben beiden tweeënhalf uur reistijd om klager te bezoeken. Hierdoor ziet klager hen weinig en kan hij niet betrokken zijn bij de zwangerschappen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is driemaal vanuit de extramurale fase teruggeplaatst. Klager verblijft momenteel in de laatste fase van zijn isd-traject. In de locatie Hoogvliet te Rotterdam is een trajectplan voor klager opgesteld. Dit plan behelst het werken buiten de
inrichting, waaruit inkomen wordt gegenereerd. Tevens is klager aangemeld voor ambulante behandeling in Rotterdam. Het is wenselijk dat klager het ingezette traject in de isd van de locatie Hoogvliet te Rotterdam volbrengt. Verder heeft klager
onvoldoende aangetoond dat hij zich na detentie in Venray wil vestigen. Ook is onbekend of de vriendinnen van klager huisvesting hebben in Venray. Klager heeft zijn vriendinnen leren kennen tijdens de extramurale fase. Door het gedrag van klager is de
extramurale fase beëindigd en was hij ervan op de hoogte dat hij weer teruggeplaatst zou worden in de locatie Hoogvliet te Rotterdam. Er zijn derhalve geen onderbouwde argumenten aangedragen die ertoe leiden de bestreden beslissing te herzien.

4. De beoordeling
Klager bevindt zich in de laatste fase van de isd-maatregel. De opgelegde maatregel eindigt op 7 april 2015. Na drie mislukte plaatsingen buiten de inrichting, is besloten dat klager de resterende duur van de isd-maatregel in de inrichting verblijft.
Uit het selectieadvies is voldoende gebleken dat de inrichting zich inspant om klager de maatregel goed te laten afronden, hetgeen ook in klagers belang is. Gelet hierop en de korte resterende duur van de isd-maatregel, is de beroepscommissie van
oordeel dat het redelijk is dat klager het isd-traject in de isd van de locatie Hoogvliet te Rotterdam voltooit. Hetgeen klager omtrent zijn relaties en re-integratie met betrekking tot Venray heeft aangevoerd is, gelet op het bovenstaande, onvoldoende
zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van E.M. Breugem, secretaris, op 30 maart 2015

secretaris voorzitter

Naar boven