Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1530/GB, 17 oktober 2002, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1530/GB

Betreft: [klager] datum: 17 oktober 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 juli 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1961], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 juli 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld I te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 28 juni 1999 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) De Geerhorst te Sittard. Vanuit dit h.v.b. is hij op 25 januari 2001 overgeplaatst naar het h.v.b. Overmaze te Maastricht. Op 6september 2002 is hij geplaatst in de gevangenis Nieuw Vosseveld I, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 12 jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 9 april 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 26 juni 2007.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager betwist dat het niet mogelijk zou zijn hem in de gevangenis te Sittard te plaatsen. Hij heeft daar verbleven vóór 2001 en dat was in het h.v.b.. Wat ook zij van de beschuldigingen jegens klager, het betreft inmiddelsgedateerde informatie die thans niet aan een plaatsing in de gevangenis te Sittard in de weg hoeft te staan. Het is niet aannemelijk dat het personeel op de gevangenis-afdelingen niet in staat zal zijn op een professionele maniermet hem om te gaan. De selectiefunctionaris acht klager gemeenschapsgeschikt.
Klager heeft er groot belang bij om te worden geplaatst in een gevangenis in Limburg in verband met het bezoek van zijn naaste familieleden. Uit de rapportages komt naar voren dat zowel bij klager als bij zijn familieleden grotepsychische spanningen te verwachten zijn als hij buiten de regio wordt geplaatst. Een dochter van klager en zijn moeder hebben ernstige medische problemen waardoor zij geen lange reizen kunnen maken. De psychologe van hetPenitentiair Selectie Centrum heeft aangegeven dat plaatsing van klager in de gevangenis De Geerhorst mogelijk moet zijn en sterk overwogen dient te worden, gelet op de gezinssituatie van klager. Ook de inrichtingspsycholoogadviseert daartoe. Mede gezien de inschatting van voornoemde gedragsdeskundigen dienen de belangen van klager in dit geval zwaarder te wegen dat de bezwaren van penitentiaire inrichting De Geerhorst tegen plaatsing van klageraldaar.
De selectiefunctionaris is er bij zijn beslissing op bezwaar vanuit gegaan dat een medegedetineerde in Sittard verblijft voor wie samenplaatsing met klager ongewenst wordt geacht. Dit betreft een achterneef van klager die vóór dezomervakantie is overgeplaatst naar de gevangenis Maashegge te Overloon. Dit argument gaat derhalve niet meer op.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geschikt bevonden voor plaatsing in een regime van algehele gemeenschap. Klager is voor de gevangenis Nieuw Vosseveld I te Vught geselecteerd en niet voor de gevangenis De Geerhorst te Sittard, omdat hij gedurende dezedetentie eerder in Sittard heeft verbleven en hij aldaar een personeelslid ernstig heeft bedreigd en andere personeelsleden heeft beschuldigd van corruptie. Naast het feit dat dergelijke zaken onacceptabel zijn, geeft het ook een tegrote verstoring in de relatie tussen de gedetineerde en het personeel. Een dergelijke ernstige beschuldiging of bedreiging blijft niet enkel bekend op de h.v.b.-afdeling, maar daar komen alle personeelsleden van op de hoogte. Hetis de vraag wat een plaatsing van klager op de gevangenis-afdeling betekent voor het personeel en voor hem. Een belangrijke bijkomstigheid is dat in De Geerhorst een gedetineerde verblijft, waarmee klager niet samengeplaatst kanworden. De selectiefunctionaris heeft, gelet op de rapportage van het Penitentiair Selectie Centum waarin op het belang van plaatsing van klager in De Geerhorst wordt gewezen, vooral overleg gevoerd met die inrichting. Gebleken isdat plaatsing van klager in De Geerhorst voorlopig als duidelijk ongewenst moet worden gezien. Er is, rekening houdend met de afstand voor het bezoek, bewust gekozen voor plaatsing van klager in de gevangenis te Vught.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld I is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging vanalle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De beroepscommissie overweegt hierbij dat het incident op grond waarvan klager in januari 2001 is overgeplaatst vanuit het h.v.b. te Sittard ernstig is geweest en dat de gevangenis te Vught per auto of openbaar vervoer goed is tebereiken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 17 oktober 2002

secretaris voorzitter

Naar boven