Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4899/GB, 11 maart 2015, beroep
Uitspraakdatum:11-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4899/GB

Betreft: [klager] datum: 11 maart 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.A.A.P. van Hees, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 december 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, op 13 februari 2015 door de voorzitter van de beroepscommissie gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen op de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 september 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie De Schie. Op 15 december 2014 is hij overgeplaatst naar de BPG van de p.i. Vught, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is onvoldoende noodzaak voor plaatsing van klager in een individueel regime van een BPG. Er heeft geen belangenafweging plaatsgevonden. Gelet op het beginsel van minimale beperkingen
kan niet voor een zwaar regime worden gekozen als andere minder verstrekkende middelen tot eenzelfde resultaat kunnen leiden. Klager heeft nooit geweld gebruikt tegen of problemen gehad met andere gedetineerden. Een cameraman van ‘Buch in de bajes’
begon klager plotseling te filmen en ging hiermee door nadat klager meerdere malen had aangegeven hier niet van gediend te zijn. Met het toelaten van een cameraploeg heeft de directeur het risico aanvaard dat er onrust in de inrichting zou ontstaan.
Het
is onredelijk dat klager hiervan de zware consequenties moet dragen. Een tijdelijke overplaatsing naar een andere inrichting waar geen opnamen plaatsvinden of het weren van de cameraploeg van klagers afdeling had ook kunnen volstaan. Door het
faciliteren van opnamen wordt een onaanvaardbare inbreuk gemaakt op klagers recht op privacy. De locatie De Schie beschikt ook over een BPG-afdeling. Door de overplaatsing naar de p.i. Vught wordt klager beperkt in zijn bezoekrecht. Klagers vriendin en
neef, die hem in de locatie De Schie met regelmaat hebben bezocht, beschikken niet over een auto en kunnen derhalve niet naar Vught afreizen. Klager ervaart zijn overplaatsing als bestraffend en leed toevoegend.
Klager betwist niet dat de camera is beschadigd, wel dat hij de cameraman twee ‘forse klappen’ in het gezicht heeft gegeven. Onduidelijk is hoe hard deze klappen zijn geweest. Een medegedetineerde kan verklaren dat het niet is gegaan zoals wordt
gesteld. Onvoldoende is komen vast te staan dat klager de cameraman heeft geslagen. Aan de gedetineerden is een memo uitgereikt over het filmen door de filmploeg in de inrichting. Hierin staat niet aangegeven op welke wijze klager kan aangeven niet
gefilmd te willen worden. Klager meent dat de gevolgen van het incident niet alleen op hem kunnen worden afgewenteld. De cameraploeg liep overigens zonder begeleiding van het personeel rond in de inrichting. Klager zit momenteel alleen op een afdeling.
Binnenkort wordt besproken of hij intern met meerdere gedetineerden kan worden geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aanleiding tot de beslissing tot overplaatsing vormde een incident in de locatie De Schie, waarbij klager een cameraman van het programma Buch in de bajes heeft mishandeld door hem tweemaal in het gezicht te slaan en zijn camera te vernielen. Uit de
stukken blijkt niet of klager inderdaad op dat moment werd gefilmd. Er bestond geen aanleiding voor klager voor het mishandelen van de cameraman en het vernielen van de camera. Klager had zijn bezwaren kunnen melden bij de staf en kunnen laten weten
dat
van hem geen opnamen mochten worden gemaakt. Het incident betreft de derde keer tijdens klagers detentie dat hij zich schuldig maakt aan ernstig agressief gedrag. In alle gevallen was dit niet gericht tegen medegedetineerden, maar tegen de staf of
derden. Omdat het incident zich in de locatie De Schie heeft afgespeeld, ligt het in de rede klager te selecteren voor een beheersregiem in een andere inrichting. De omstandigheid dat het bezoek van klager te maken krijgt met een langere reistijd, is
voor rekening van klager.

4. De beoordeling
4.1. De BPG van de p.i. Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel
regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van
beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven. Van een dergelijke omstandigheid is in dit geval onvoldoende gebleken. Omtrent klager is sprake van drie ernstige incidenten in 2011, 2012 en de laatste - met de cameraman - in 2014. Uit de
rapportages komt echter het beeld naar voren dat klager verder correct is in de omgang en goed aanspreekbaar. Er is geen sprake van een voortdurend beheersrisico waardoor een verblijf in een regime van beperkte gemeenschap onwenselijk is. Voor zover de
directeur van de inrichting of de selectiefunctionaris met de beslissing een confrontatie tussen klager en de cameraploeg van het programma ‘Buch in de bajes’ heeft willen voorkomen, is niet gebleken dat de selectiefunctionaris of de directeur van de
inrichting minder verstrekkende oplossingen heeft overwogen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet derhalve bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na
ontvangst daarvan. De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 11 maart 2015

secretaris voorzitter

Naar boven