Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3214/GA, 22 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3214/GA

betreft: [klager] datum: 22 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 augustus 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 december 2014, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Dordrecht, [...], gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Klagers raadsman heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat tijdens een celinspectie een Playstation en een radio in beslag zijn genomen.

De beklagrechter heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Ten onrechte is geoordeeld dat de inbeslagname van een radio en een Playstation een algemene geldende regeling betreft. De inbeslagname is een beslissing die klager rechtstreeks treft en een rechtsgevolg heeft.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er heeft een speciale celinspectie plaatsgevonden toen klager in een strafcel verbleef. De radio en de Playstation zijn in klagers verblijfsruimte aangetroffen, terwijl deze niet geregistreerd waren. Dergelijke voorwerpen worden verzegeld en krijgen
een
registratienummer. De registratienummers van deze voorwerpen corresponderen niet met klager. Het is niet toegestaan om dergelijke voorwerpen te ruilen of (uit) te lenen zonder tussenkomst van `het bad`. Gedetineerden zijn hiervan op de hoogte. Er is
een
goed registratiesysteem dat nauwgezet wordt bijgehouden. De inbeslaggenomen voorwerpen worden teruggeven aan de gedetineerde(n) aan wie ze toebehoren. Vaak zijn die gedetineerden ontslagen uit detentie. Dan worden deze voorwerpen een jaar lang
opgeslagen in het bad. Gedetineerden aan wie de voorwerpen toebehoren kunnen er dan nog een jaar aanspraak op maken. De directeur weet van onderhavige voorwerpen niet of deze zich nog in het bad bevinden.

3. De beoordeling
In de huisregels van de p.i. Dordrecht (versiedatum 1 december 2013) staat, voor zover relevant, het volgende over toegestane voorwerpen. In artikel 4.5.1.1. staat: “Het is niet toegestaan uw eigendommen of die van de inrichting aan anderen over te
dragen, behoudens onderstaande uitzondering.” Eveneens staat opgenomen: “Na binnenkomst in deze inrichting worden al uw spullen onderzocht en geregistreerd.”
Tijdens een celinspectie van 22 juli 2014 zijn een radio en een Playstation in beslag genomen. De inbeslagname van voornoemde voorwerpen is een beslissing van de directeur die klager treft. Klager had daarom moeten worden ontvangen in zijn beklag.
Klager heeft in zijn klaagschrift aangegeven dat hij een radio heeft gekregen van een medegedetineerde en een Playstation heeft geleend van een medegedetineerde. Het is niet aannemelijk geworden dat klager deze voorwerpen via het bad op zijn naam heeft
laten registreren. De beslissing van de directeur om de radio en Playstation in beslag te nemen kan daarom niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie beslist derhalve als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. G.M. Mohanlal en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 22 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven