Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3816/TA, 16 maart 2015, beroep
Uitspraakdatum:16-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3816/TA

betreft: [klager] datum: 16 maart 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 september 2014 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 januari 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], jurist.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting bij brief van 15 januari 2015 om nadere informatie verzocht. Deze informatie is op 30 januari en 2 februari 2015 ontvangen en op 2 februari 2015 aan klager gezonden; hem is daarbij de gelegenheid
gegeven daarop binnen een termijn van 10 dagen schriftelijk te reageren. De reactie van klager is op 17 februari 2015 ontvangen en ter kennisneming aan het hoofd van de inrichting gezonden.

Klager heeft bij brief van 20 januari 2015, ontvangen op 26 januari 2015, zijn beroep nader toegelicht. Deze brief is op 28 januari 2015 ter kennisneming aan het hoofd van de inrichting gezonden.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft de inbeslagname van klagers dvd-speler, cd-speler, pc, dvd’s en cd’s op 6 mei 2014.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager kon vanwege lichamelijke klachten tijdens zijn separatie geen klaagschrift schrijven bij gebreke aan een schrijftafel. Het klaagschrift heeft hij
ofwel snel na terugkeer op zijn kamer op 15 mei 2014 of wellicht na teruggave van enkele spullen geschreven. Hij is het niet eens met de inbeslagname van zijn spullen, maar het gaat hem met name om het lange voortduren daarvan. De inrichting
heeft hem daarvoor geen reden gegeven. Zijn leven was zonder zijn spullen onleefbaar omdat hij weinig vooruitzicht heeft en nu geen afleiding kon vinden in zijn muziek die hij al die tijd niet heeft kunnen beluisteren. Na de separatie was hij
tot 15 juni 2014 afgezonderd, waardoor hij 23 uur per dag in zijn kamer moest verblijven. Aan de tv alleen heeft hij onvoldoende afleiding.
Klagers pc was verzegeld. Als bewijs daarvan heeft hij een factuur betreffende de aankoop van zijn pc in de ICT Store van de inrichting overgelegd. Hij heeft niets versleuteld uit angst om zijn wachtwoord e.d. kwijt te raken, zodat zijn pc in een uur
gecontroleerd had kunnen worden. De firma S. verzegelt apparatuur van verpleegden in de inrichting en doet dat doorgaans binnen een week. Zijn pc was, ook op 6 mei 2014, niet defect, wel van slechte kwaliteit maar desondanks bruikbaar. De pc heeft
onnodig lang op de afdeling onderwijs gestaan. Klager heeft zijn pc pas op 1 juli 2014 teruggekregen.
De firma S. heeft zijn cd-speler (Sony) niet willen verzegelen omdat die volgens haar kapot was, maar zijn cd-speler had slechts een kleine beschadiging aan de schakelaar. De inrichting heeft hem geen vervangende cd-speler ter beschikking gesteld.
Klager heeft daarom uiteindelijk een nieuwe cd-speler (Onkyo) aangeschaft die op 1 oktober 2014 is betaald en waarover hij na verzegeling omstreeks 15 oktober 2014 kon beschikken. De kosten daarvan wil hij vergoed hebben.
Klager heeft op 15 juni 2014 zijn dvd-speler teruggekregen, maar het is onduidelijk waarom die in beslag is genomen. Het is niet juist dat zijn dvd-speler niet verzegeld en defect was. Hij heeft alleen dvd’s van natuurdocumentaires. Die zijn allemaal
in
beslag genomen en heeft hij op 15 juni 2014 weer teruggekregen. Een aantal inbeslaggenomen cd’s heeft hij toen ook teruggekregen, de rest is opgeslagen in een klein magazijn.
Als zijn pc, cd-speler en dvd-speler op 6 mei 2014 defect en onbruikbaar waren geweest, had hij geen reden gehad te protesteren en tegen de sociotherapeuten te keer te gaan.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beleid is dat alle apparatuur van verpleegden wordt gecontroleerd en verzegeld. Klagers dvd-speler bleek deels stuk te zijn
en
was niet verzegeld. Deze is van klagers kamer gehaald om te verzegelen. Klagers pc moest worden gecontroleerd na ernstige bedreigingen van klager naar medeverpleegden en personeelsleden. Klagers pc bleek toen defect te zijn. Klagers pc is daarop bij
het
computeronderwijs blijven staan om gerepareerd te worden. Klagers cd-speler was kapot. De firma S. opent en verzegelt geen defecte apparatuur om aansprakelijkheid te vermijden. De cd-speler is derhalve niet verzegeld en kan daarom niet aan klager
worden
teruggeven. De firma S. verzegelt apparatuur doorgaans binnen één tot twee weken.

3. De beoordeling
Bij op 16 juni 2014 door de beklagcommissie ontvangen klaagschrift van 15 juni 2014 heeft klager beklag ingesteld tegen de inbeslagname van zijn goederen op 6 mei 2014. Klager stelt dat hij tijdens zijn separatie geen klaagschrift heeft kunnen
schrijven, omdat hij niet over een in verband met lichamelijke klachten daarvoor benodigde schrijftafel beschikte. Wat daarvan ook zij, klagers separatie is op 15 mei 2014 omgezet in afzondering op de eigen kamer en klager heeft niet kunnen uitleggen
waarom hij daarna op 20 mei 2014 wel een klaagschrift over de verlenging van de postmaatregel van 19 mei 2014 heeft geschreven en pas op 15 juni 2014 een klaagschrift over de inbeslagname van zijn goederen op 6 mei 2014. Derhalve is geen sprake van een
verschoonbare reden voor overschrijding van de beklagtermijn en heeft de beklagcommissie klager op juiste grond niet-ontvankelijk verklaard in dit beklag.

De beklagcommissie heeft niets overwogen ten aanzien van het voortduren van de inbeslagname. Klager had wel in zijn beklag moeten worden ontvangen voor zover de inbeslagname van zijn goederen nog voortduurde ten tijde van het klaagschrift van 15 juni
2014 en zeven daarvoor gelegen dagen, derhalve vanaf 7 juni 2014.

Vast staat dat klagers cd-speler niet aan hem is en kan worden teruggegeven omdat de cd-speler vanwege een door de firma S. geconstateerd defect niet wordt geopend, gecontroleerd en verzegeld en patiënten alleen mogen beschikken over gecontroleerde en
verzegelde apparatuur. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Klager heeft verklaard dat hij op 15 juni 2014 zijn dvd-speler, dvd’s en een aantal cd’s en tenslotte op 1 juli 2014 zijn pc heeft teruggekregen. Dit is door de inrichting niet weersproken. Onduidelijk is gebleven waarom het zo lang heeft geduurd
voordat deze goederen aan klager zijn teruggegeven. Van enige noodzaak daarvoor is de beroepscommissie niet gebleken. Het beroep zal derhalve in zoverre gegrond worden verklaard.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. Het hoofd van de inrichting is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt hieromtrent te bepalen. De beroepscommissie stelt deze voor
het door klager ondervonden ongemak vast op € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de inbeslagname van goederen ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

De beroepscommissie verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag tegen het voortduren van de inbeslagname, verklaart het beklag met betrekking tot het voortduren van de inbeslagname van de cd-speler ongegrond en voor het overige gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. C.W. van der Meer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 16 maart 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven