Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3883/GA, 3 maart 2015, beroep
Uitspraakdatum:03-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3883/GA

betreft: [klager] datum: 3 maart 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 oktober 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Almere in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de inhoud van het selectieadvies van de directeur alsmede de afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris aangaande klagers fasering.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft vermoedelijk cannabiszaadjes op zijn cel gehad, waarvan op 20 mei 2014 rapport is opgemaakt. Op 17 juni 2014 heeft klager een brief van de
selectiefunctionaris ontvangen waarin stond dat hij niet mocht faseren vanwege het plegen van een nieuw strafbaar feit tijdens detentie. Op dezelfde dag heeft klager daartegen beklag ingediend, waardoor hij binnen de termijn zoals gesteld in artikel
61,
vijfde lid, van de Pbw is gebleven.

De directeur heeft daarop niet schriftelijk gereageerd.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagrechter, is de beroepscommissie van oordeel dat het beklag zich richt tegen de inhoud van het selectieadvies van de directeur, waarin volgens klager melding is gemaakt van een vermeend incident op 20 mei 2014, en de daarop
gebaseerde
afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris. Tegen de inhoud en totstandkoming van een selectieadvies van de directeur over fasering noch tegen een beslissing van de selectiefunctionaris staat beklag op grond van artikel 60, eerst lid, van de Pbw
open.

Uit artikel 17 van de Pbw volgt dat er een aparte bezwaarschriftprocedure is tegen de beslissing van de selectiefunctionaris. Voor zover er bezwaren zijn tegen de inhoud van het selectieadvies van de directeur, kunnen die bezwaren in het kader van de
bezwaarschriftprocedure tegen de selectiebeslissing dan wel in het kader van de behandeling van het tegen de beslissing op het bezwaarschrift ingestelde beroep naar voren worden gebracht. De beroepscommissie zal het beroep derhalve ongegrond verklaren
en de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 3 maart 2015

secretaris voorzitter

Naar boven