Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4254/GA, 2 maart 2015, beroep
Uitspraakdatum:02-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4254/GA

betreft: [klager] datum: 2 maart 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel,

gericht tegen een uitspraak van 10 november 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 februari 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsman, mr. A. Kilinç en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Amsterdam Over-Amstel.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van één dag opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel met behoud van tv, wegens het schelden naar een personeelslid.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van
€ 7,50 toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Enkel het feit dat ‘kurwa’ in Polen een veelgebruikt woord is indien een persoon geïrriteerd of boos is, doet niet af aan het feit dat het woord oorspronkelijk ‘hoer’ betekent en dat klager dus heeft gescholden. Het schelden tegen een personeelslid,
ook
als dit in een andere taal is dan de Nederlandse, wordt niet getolereerd in de p.i. Amsterdam Over-Amstel. De beklagcommissie beoordeelt dat het niet aannemelijk is dat klager het woord beledigend bedoelde jegens het personeelslid. Men kan zichzelf
afvragen waar de grens ligt in wat een gedetineerde tegen een personeelslid kan/mag zeggen. Indien een Nederlandse gedetineerde bijvoorbeeld met verheven stem ‘fuck you’ tegen het personeel zegt, kan hem ook een straf opgelegd worden wegens verbale
agressie.
Het feit dat dit een veelgebruikt woord is doet niet af aan het feit dat er gescholden is. De directie heeft klager een disciplinaire straf opgelegd, omdat de combinatie van het stampen en slaan met zijn kruk op de grond met het gebruik van het woord
‘kurwa’ niet wordt getolereerd. Voor het tonen van verbale agressie staat conform het sanctie- en maatregelenbeleid van de p.i. Amsterdam Over-Amstel een straf van drie tot zeven dagen opsluiting in eigen cel. Er is rekening gehouden met de context van
de situatie, te weten de irritatie van klager door een foutieve overplaatsing. Aan klager is daarom slechts één dag opsluiting in eigen cel gegeven, en wel met behoud van de tv.

Namens klager is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft in de bestreden uitspraak aangegeven wat wel en wat niet kan. De grens van het toelaatbare wordt bepaald door alle feiten en omstandigheden. In het onderhavige geval was geen sprake van een persoonsgerichte belediging, maar een
algemene uiting van onvrede, waar de verkeerde overplaatsing toe heeft bijgedragen. Het is niet juist dat klager zich door zijn emoties heeft laten leiden, maar hij is niet over de grens van het toelaatbare gegaan. Dat de directeur coulant is geweest
doet niet ter zake. Het gaat om de stafwaardigheid van de uitlating.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat klager als gevolg van een hem niet aan te rekenen onjuiste interne overplaatsing, gecombineerd met een beenbreuk, waardoor hij op krukken liep, geïrriteerd raakte.
Hoewel zijn gemoedstoestand hierdoor verklaarbaar is, rechtvaardigt dit nog niet klagers handelen, namelijk het op de grond slaan met zijn kruk en het met verheven stem uitspreken van een mogelijk voor meerdere uitleg vatbaar buitenlands woord.
Het gegeven dat klager het woord, dat ook als beledigende term uitgelegd kan worden, blijkens de stukken met verheven stem gericht tegen het personeelslid uitsprak, maakt dat deze uitlating onder deze omstandigheden als strafwaardig kan worden
aangemerkt.
De opgelegde straf van één dag opsluiting in zijn eigen cel wordt gelet op vorenstaande niet onredelijk of onbillijk geacht en gelet op de duur evenmin disproportioneel.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 2 maart 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven