Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4520/GB, 10 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:10-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4520/GB

Betreft: [klager] datum: 10 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. V.C. van der Velde, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 2 december 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich 8 december 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2 ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 11 november 2014 is klaagster opgeroepen zich op 8 december 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2 voor het ondergaan van 57 dagen gevangenisstraf. Op 28 november 2014 heeft klaagster hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat
op 2 december 2014 ongegrond is verklaard. In het kader van de beroepsprocedure is de melddatum uitgesteld tot 11 december 2014.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Klaagster is zich bewust van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de aan haar opgelegde gevangenisstraf. Klaagster wil alleen uitstel van de melddatum. Onvoldoende zou vast zijn komen te
staan waarom klaagsters partner niet een dag verlof kan opnemen om hun zoon te begeleiden tijdens een afspraak met zijn psychiater. Los van het feit dat klaagsters partner wel een dag vrij zou hebben genomen als dat mogelijk zou zijn en indien het hier
om een enkel incident zou gaan, heeft klaagster aangegeven dat klaagster altijd met haar zoon mee gaat naar zijn psychiater. Begin 2014 is klaagsters zoon opgenomen voor een korte periode waarna een traject is opgestart waarbij hij bestendige hulp
ontvangt en bij ieder consult een afspraak voor een volgend consult maakt. Er is sprake van een structurele behandeling. Op 8 december 2014 zal in principe een afspraak gemaakt worden voor een volgend consult. Klaagsters zoon ondervindt momenteel
ernstige psychische klachten. Hij heeft strakke begeleiding en hulp van zijn familie nodig. Klaagsters partner kan niet continue verlof opnemen, dit zou de arbeidsverhoudingen op zijn werk onder druk zetten. Klaagster behoort tot de Roma-familie. De
verhoudingen binnen het gezin en de overige familieleden zijn nog altijd een stuk traditioneler dan in een gemiddeld Nederlands huishouden. De mannen werken en de vrouwen zijn verantwoordelijk voor de structuur en de bescherming van het gezinsleven.
Klaagster is hard bezig met het regelen van tijdelijke vervanging om zorg voor haar zoon te regelen. Klaagster verzoekt uitstel van melden tot 10 januari 2015.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Uit de door klaagster overgelegde stukken is niet gebleken waaruit de behandeling van klaagsters zoon bestaat en met name in welke frequentie er gesprekken met zijn
psychiater plaatsvinden. Klaagster heeft aangevoerd dat haar partner niet continue verlof kan opnemen omdat dit de arbeidsverhoudingen op zijn werk ernstig onder druk zet en dat klaagster tot de Roma-familie behoort waarbij de verhoudingen in het gezin
traditioneel zijn. Uitstel van melden biedt geen oplossing van voornoemde omstandigheid. Gelet op de datum waarop de opgelegde vrijheidsstraf onherroepelijk is geworden, 4 november 2014, en gezien de aangevoerde problemen omtrent klaagsters
thuissituatie, welke zich al sinds januari 2014 voordoen, is klaagster voldoende in de gelegenheid geweest om maatregelen en voorzieningen te treffen om de consequenties van de aanstaande tenuitvoerlegging op te vangen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2 is een gevangenis voor vrouwen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit de door klaagster overgelegde stukken blijkt voldoende dat klaagsters zoon frequent psychiatrische hulp ontvangt waarbij hij begeleiding en zorg van klaagster krijgt. Het standpunt van de selectiefunctionaris dat klaagster voldoende de
gelegenheid heeft gehad om voor vervanging danwel hulp te zorgen voor haar zoon is onredelijk nu de veroordeling van klaagster pas recent, namelijk op 4 november 2014, onherroepelijk is geworden en klaagster op 11 november 2014 is opgeroepen voor het
ondergaan van de aan haar opgelegde gevangenisstraf. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat klaagsters verzoek om uitstel van één maand van haar meldplicht voldoende onderbouwd is en vormt naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende
reden
voor het verlenen van uitstel aan klaagster van haar meldplicht. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als redelijk of billijk
worden
aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de beslissing van de selectiefunctionaris zal worden vernietigd. De beroepscommissie is van oordeel dat klaagster tenminste uitstel moet krijgen voor het zich moeten melden om de vrijheidsstraf te
ondergaan voor een periode van één maand vanaf de datum van deze uitspraak. De beroepscommissie draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van het hiervoor overwogene.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de selectiefunctionaris en draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak van de beroepscommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 10 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven