Nummer : 15/359/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 13 februari 2015
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een tweetal bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschriften van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere, en van
mr. H. Gaasbeek, ingediend namens verzoeker.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting, inhoudende de terugplaatsing van verzoeker vanuit een extramurale
setting naar de p.i. Almere op 5 februari 2015.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 10 februari 2015, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur.
1. De beoordeling
Verzoeker is op 5 februari 2015 ingesloten in de p.i. Almere. Voor die tijd verbleef hij in het kader van de extramurale fase van een aan hem opgelegde ISD-maatregel in het Domushuis te Hoorn. Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de
programmamanager van de p.i. Almere in overleg met het Domushuis te Hoorn heeft besloten dat verzoeker teruggeplaatst moest worden naar de p.i. Almere. Verzoeker zou zich in het Domushuis zodanig hebben misdragen dat de politie hem daar heeft moeten
weghalen. De directeur heeft een voorstel tot definitieve terugplaatsing bij de selectiefunctionaris ingediend. De directeur heeft aangegeven nog geen definitief besluit van de selectiefunctionaris te hebben ontvangen.
Op grond van artikel 44m van de Penitentiaire maatregel kan de selectiefunctionaris, op basis van het advies van de directeur, een zich in de extramurale fase van de ISD-maatregel bevindende gedetineerde terugplaatsen naar de inrichting. Nu er geen
sprake is van een dergelijke beslissing van de selectiefunctionaris, kan verzoeker niet op grond daarvan zijn teruggeplaatst in de inrichting. Gelet op het vorenstaande zijn er termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek.
De voorzitter merkt daarbij nog op dat, indien de directeur van oordeel is dat verzoeker niet meer in staat is of bereid is deel te nemen aan het programma in de laatste fase buiten de inrichting dan wel te voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden,
de directeur – in afwachting van de beslissing van de selectiefunctionaris – kan beslissen verzoeker in het kader van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering, na afweging van alle daarbij in aanmerking komende belangen (waaronder ook de vrees
voor onttrekking aan detentie), in te sluiten in de inrichting.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.
Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 februari 2015.
secretaris voorzitter