Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4565/SGA, 12 december 2014, schorsing
Uitspraakdatum:12-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Uitspraak

Nummer : 14/4565/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 12 december 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. W.E.R. Geurts, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i. van 3 december 2014, inhoudende degradatie van verzoeker naar het
basisprogramma.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 10 december 2014 en de schriftelijke en telefonische inlichtingen van de secretaris van de beklagcommissie dat een klaagschrift is ontvangen met dezelfde
inhoud als het schorsingsverzoek.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Namens verzoeker is het schorsingsverzoek schriftelijk toegelicht.

De directeur heeft zijn standpunt ten aanzien van het schorsingsverzoek schriftelijk kenbaar gemaakt.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.
Uit de stukken komt naar voren dat verzoeker op 19 november 2014 een bezoek heeft gebracht aan het ziekenhuis en daarbij een ontsnappingspoging heeft ondernomen waarbij hij in zijn bil/been is geschoten. In bijlage 1 bij de Regeling selectie, plaatsing
en overplaatsing van gedetineerden wordt (poging tot) vluchten aangemerkt als rood gedrag, dat volgens de nota van toelichting bij artikel 1d van de Regeling (Stcrt 20 februari 2014, nr 4617) aanleiding kan geven tot onmiddellijke degradatie. Naar het
voorlopig oordeel van de voorzitter ligt in de aard van dit ongewenste gedrag besloten dat klager weigert mee te werken aan zijn re-integratie vanuit de inrichting. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 12 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven