Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4491/SGA, 8 december 2014, schorsing
Uitspraakdatum:08-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/4491/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 8 december 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 27 november 2014, inhoudende de terugplaatsing van verzoeker vanuit
het
plusprogramma naar het basisprogramma (degradatie).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 5 december 2014.

1. De beoordeling
Verzoeker heeft in het schorsingsverzoek aangegeven dat hij op 4 december 2014 een klaagschrift heeft gezonden aan de beklagcommissie. Gelet daarop kan verzoeker worden ontvangen in zijn verzoek.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur wordt aannemelijk dat in verzoekers verblijfsruimte contrabande (een mobiele telefoon, een oplader, een
USB-stick en hasj (0,3 gram) aangetroffen terwijl hij eerder voor het niet opvolgen van aanwijzingen van het personeel disciplinair is gestraft. Gelet daarop kon de directeur verzoeker naar aanleiding van zijn gedrag, dat –naar het voorlopig oordeel
van
de voorzitter – als ‘rood’ gedrag kan worden bestempeld, in redelijkheid terugplaatsen naar het basisprogramma. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 december 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven