Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3084/GB, 3 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:03-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3084/GB

Betreft: [klager] datum: 3 september 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. van Manen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 3 september 2014 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 14 augustus 2014 is klager opgeroepen zich op 3 september 2014 te melden in de p.i. Lelystad voor het ondergaan van zeven dagen gevangenisstraf. Op 14 augustus 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 21 augustus 2014
ongegrond
is verklaard. Op 2 september 2014 heeft de selectiefunctionaris telefonisch aan de beroepscommissie laten weten dat de melddatum is verschoven naar 5 september 2014.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. In de zaak met parketnummer 96/150151-13 is door de politierechter te Utrecht op 26 februari 2014 geen gevangenisstraf van zeven dagen opgelegd. De reisafstand van Noordwijk naar Lelystad is
voor
klager bezwarend. De p.i. Alphen aan den Rijn is voor klager een alternatief. Indien aldaar geen ruimte beschikbaar is, kan klager zich op een later moment melden. De tenuitvoerlegging van de straf kan enkele maanden worden uitgesteld. Bovendien is een
uitgangspunt van de zelfmeldprocedure, dat veroordeelden in een inrichting zo dicht mogelijk bij hunwoonplaats worden geplaatst. Klager lijdt aan fibromylgie en neropathie (progressieve spierreuma) en artroseen kan zich zonder hulpmiddelen niet
voortbewegen. In voormelde zaak is een gratieverzoek ingediend met het verzoek tot het verlenen van opschortende werking.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De gevolgen van een vrijheidsstraf komen voor rekening en risico van de veroordeelde. Om deze reden en om de capaciteit binnen het gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk
te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden bereid om uitstel te verlenen. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Op 17 april 2014 heeft klager schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep
zich te melden. Klager is hiermee geïnformeerd over het feit dat hij een vrijheidsbenemende straf dient te ondergaan. Aan klager is eerder uitstel verleend om het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) in staat te stellen een advies uit te
brengen. Op 6 augustus 2014 heeft de Medisch Adviseur advies uitgebracht. Klager wordt detentiegeschikt geacht. Gelet op de capaciteit ziet de selectiefunctionaris geen mogelijkheden om het verzoek tot uitstel tot het moment dat er plaats is in de p.i.
Alphen aan den Rijn te honoreren. Klager kan desgewenst in contact treden met het CJIB over de aan hem opgelegde gevangenisstraf van zeven dagen. Met betrekking tot het recent ingediende gratieverzoek is niet gebleken van opschortende werking.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime
van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager is zeer recent
detentiegeschikt geoordeeld en niet valt in te zien dat hij al dan niet met behulp
van anderen niet in staat zou zijn zich in Lelystad te melden. Nu niet nader wordt
toegelicht waaruit zou blijken dat van een veroordeling door de politierechter
Utrecht geen sprake is en evenmin gebleken is dat de gevangenisstraf in
afwachting van de beslissing op het gratieverzoek is geschorst, kan daaraan hier
verder worden voorbij gegaan. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 3 september 2014

secretaris voorzitter

Naar boven