Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3535/GB, 26 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:26-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3535/GB

Betreft: [klaagster] datum: 26 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M.F. Aarts, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 12 september 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar gericht tegen de beslissing tot plaatsing van klaagster in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Ter Peel te Sevenum.

2. De feiten
Klaagster is sedert 4 mei 2010 gedetineerd. Zij verbleef in de gevangenis en vanaf 4 september 2014 in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel. Op 28 oktober 2014 is zij geplaatst in de gevangenis van de locatie Ter Peel.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster heeft verzocht tot plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Nieuwersluis te Loenen in plaats van de locatie Ter Peel. Zij heeft haar bezwaarschrift tijdig ingediend bij de selectiefunctionaris. Wegens onvoldoende motivering van het bezwaar, is
het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard. De bestreden beslissing is genomen in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Naast het feit dat klaagster de plicht heeft om informatie en inlichtingen te verstrekken, heeft de selectiefunctionaris de
plicht klaagster te verzoeken om een dergelijke motivering in plaats van het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren. Bovendien ontbreekt een dergelijke motivering niet, nu klaagster een volledig beklagformulier van de locatie Ter Peel heeft
ingevuld. Hiermee is de bestreden beslissing genomen in strijd met het motiveringsbeginsel. Klaagster is in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel geplaatst, omdat hier geen overgangsfase van zes weken nodig was voordat zij kon beginnen aan
detentiefasering. Plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel was volgens de selectiefunctionaris beter voor klaagsters detentiefasering dan plaatsing in de locatie Nieuwersluis. Als klaagster direct was begonnen met detentiefasering, had zij wel
geplaatst kunnen worden in de z.b.b.i. van de locatie Nieuwersluis. De plaatsing in de locatie Ter Peel is een gevolg van het niet voortvarend handelen van de selectiefunctionaris. Voorts heeft klaagster nadeel ondervonden van het feit dat zij niet is
geplaatst in de z.b.b.i. van de locatie Nieuwersluis. Uit het selectieadvies van 28 september 2014 blijkt dat klaagster met ingang van 28 september 2014 had kunnen deelnemen aan een penitentiair programma. Dit kon niet worden gerealiseerd, omdat
gekozen
is klaagster te plaatsen bij Exodus en hier pas in 2015 plaats is voor klaagster. De directeur van de locatie Ter Peel heeft onvoldoende voortvarend gehandeld met betrekking tot deelname van klaagster aan een p.p. middels een plaatsing bij Exodus.
Klaagster verzoekt om een tegemoetkoming en om haar beroep mondeling toe te lichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klaagster heeft tijdens haar verblijf in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel op 18 september 2014 medegedetineerden in haar cel ontvangen. Dit is in strijd met de regels. Voorts is zij op 19 oktober 2014 te laat teruggekeerd van haar weekendverlof en
heeft zij op 21 oktober 2014 positief gescoord op softdrugs. Op 28 oktober 2014 is klaagster geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Ter Peel. Nu klaagster niet meer verblijft in een z.b.b.i., kan zij ook niet meer worden overgeplaatst naar de
z.b.b.i. van de locatie Nieuwersluis.

4. De beoordeling
4.1. Klaagster heeft verzocht om haar beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is echter niet nader onderbouwd. De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst het
verzoek
af.

4.2. Het beroep is gericht tegen de niet-ontvankelijkverklaring van klaagster in haar bezwaar gericht tegen de beslissing van 18 augustus 2014 tot plaatsing van klaagster in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel. Op 28 oktober 2014 is klaagster
geplaatst in de gevangenis van de locatie Ter Peel. Nu klaagster heeft verzocht om toekenning van een tegemoetkoming, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen.

4.3. De selectiefunctionaris heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar gericht tegen de beslissing tot plaatsing van klaagster in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel nu haar bezwaar niet was gemotiveerd. De beroepscommissie stelt
vast dat klaagster in bezwaar heeft aangevoerd dat zij vanaf het begin af aan heeft aangegeven dat zij geplaatst wilde worden in de z.b.b.i. van de locatie Nieuwersluis. De beroepscommissie constateert dan ook dat klaagster wel degelijk een inhoudelijk
argument heeft aangevoerd en kan de selectiefunctionaris in de aangevoerde redenen voor de niet-ontvankelijkheid van het door klaagster ingediende bezwaarschrift niet volgen. Gelet op het voorgaande heeft de selectiefunctionaris klaagster ten onrechte
niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaarschrift. De beroepscommissie zal de bestreden beslissing daarom vernietigen. De beroepscommissie zal hiermee volstaan en de selectiefunctionaris niet opdragen een nieuwe beslissing te nemen nu klaagster
inmiddels verblijft in de gevangenis van de locatie Ter Peel.

4.4. Voor zover klaagster heeft verzocht om een tegemoetkoming overweegt de beroepscommissie als volgt.
Uit het door de beroepscommissie opgevraagde selectieadvies van de locatie Ter Peel van 18 augustus 2014 blijkt dat klaagster heeft aangegeven geplaatst te willen worden in de z.b.b.i. van de locatie Nieuwersluis. Ook in haar bezwaarschrift heeft
klaagster aangegeven geplaatst te willen worden in de voornoemde z.b.b.i. De selectiefunctionaris is ten onrechte voorbij gegaan aan klaagsters voorkeur. De beroepscommissie kent klaagster een tegemoetkoming van € 50,= toe voor de periode van bijna
twee
maanden die zij in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel heeft verbleven.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klaagster een tegemoetkoming toe van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.J. Stolwerk, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 26 januari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven