Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3577/GB, 26 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:26-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3577/GB

Betreft: [klager] datum: 26 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A. Baatenburg de Jong, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 september 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 19 mei 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Tafelbergweg te Amsterdam. Op 6 januari 2015 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris stelt dat klager niet voldoet aan de eisen van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), nu is gebleken dat klager zich tijdens zijn schorsing niet telkens heeft gehouden aan
de gestelde voorwaarden. Deze voorwaarden staan niet in artikel 3 van de Regeling. Klager heeft geen vluchtrisico en hij heeft wel een strafrestant van minder dan achttien maanden en een aanvaardbaar verlofadres, namelijk het adres waar zijn gezin
woont. Indien dit adres niet wordt goedgekeurd, heeft klager nog een tweede verlofadres, het adres van zijn moeder. De selectiefunctionaris heeft geen rekening gehouden met dit tweede adres. De bezwaren die gelden voor het eerste verlofadres, de plaats
waar de delicten hebben plaatsgevonden, gelden niet voor het tweede adres. Het tweede adres bevindt zich in een andere plaats. Het eerste verlofadres is om verkeerde redenen afgekeurd. Er zijn verschillende mogelijkheden om verlof op dit adres onder
voorwaarden in goede banen te leiden. Gedurende de schorsing van zijn voorlopige hechtenis verbleef hij ook op dit adres. Klager vindt het onbegrijpelijk dat hij voor regimesgebonden verlof niet mag verblijven op dit adres. Hij zou zich niet aan de
voorwaarden hebben gehouden tijdens zijn schorsing. Klagers voorlopige hechtenis is viereneenhalf jaar geschorst geweest en er is eenmaal verwarring ontstaan. De raadkamer van de rechtbank heeft zich hierover gebogen en heeft de voorwaarden
verduidelijkt. De schorsing is niet opgeheven, omdat klager geen verwijt kon worden gemaakt. De selectiefunctionaris stelt dat er allerlei signalen zijn die laten zien dat klager zich niet aan de voorwaarden kan houden. Dit is onvoldoende gemotiveerd.
Bovendien heeft de reclassering klagers recidiverisico ingeschat als laag/gemiddeld. Als de signalen serieus waren en klager daadwerkelijk de voorwaarden had geschonden, was de schorsing opgeheven. Klagers gedrag in de gevangenis van de locatie
Tafelbergweg is goed te noemen. Deze gevangenis is een inrichting voor stelselmatige daders. Klager is geen stelselmatige dader, maar een zelfmelder. Klager wil in aanmerking komen voor verlof, maar voornoemde gevangenis is niet berekend op verloven.
Met het oog op zijn maatschappelijke re-integratie wenst hij dan ook te worden overgeplaatst naar een b.b.i. Hij is volledig bereid zich te houden aan alle voorwaarden. De feiten waarvoor hij is veroordeeld zijn gepleegd in 2005 en eerder en er is geen
sprake van recent gepleegde strafbare feiten. Dit is van belang om te beoordelen of er sprake is van maatschappelijke onrust. In de oproep aan klager zich te melden in de gevangenis stond met zoveel woorden dat hij in aanmerking kwam voor een b.b.i.
Klager begrijpt dan ook niet dat hij in de gevangenis verblijft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Bij de beoordeling of een gedetineerde in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i., wordt gekeken of die gedetineerde in aanmerking komt voor verlof. Er wordt daarbij gekeken naar het recidiverisico, het naleven van de voorwaarden en afspraken en
of
er gevaar is voor de slachtoffers. Indien bij voorbaat vast staat dat een gedetineerde niet in aanmerking komt voor verlof, kan hij niet worden geplaatst in een b.b.i. Er bestaat immers geen b.b.i. zonder regimair verlof. Uit de adviezen van de politie
blijkt dat klager de grenzen heeft opgezocht tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Hij heeft zich niet telkens gehouden aan de gestelde voorwaarden. Zo verscheen hij op plekken waar ook de slachtoffers waren en stelde hij zich kennelijk
provocerend op. Ook is tijdens de schorsing nog sprake geweest van werkzaamheden in het buitenland, waar de reclassering toestemming voor had gegeven. Er kwamen toen “signalen van horen zeggen” binnen met betrekking tot contact met minderjarigen.
Kortom, er zijn allerlei signalen die erop wijzen dat klager zich zeer slecht aan voorwaarden kan houden. Het voorgaande heeft niet geleid tot een opheffing van de schorsing, maar wel tot onrust in [...]. Daarnaast zou het verlenen van verlof aan
klager
in [...] - waar de delicten waarvoor hij is veroordeeld zijn gepleegd - tot grote maatschappelijke onrust leiden. Het feit dat de delicten zijn gepleegd in 2005 betekent niet dat er geen onrust meer zou kunnen bestaan. Klager geeft aan dat hij zijn
verlof wil doorbrengen op een ander verlofadres, maar ten tijde van het verzoek is hier niets van gebleken. Voorts is de gevangenis van de locatie Tafelbergweg volgens de bestemmingsaanwijzing een gevangenis, tevens een inrichting voor stelselmatige
daders, voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Een plaatsing in een b.b.i. kan opnieuw in overweging worden genomen indien klager een goedgekeurd verlofadres heeft ruim buiten de omgeving van [...]. Dan
kunnen eventueel voorwaarden worden gesteld zoals een gebiedsverbod en een verbod op contact met de slachtoffers. Voorts moet voor een nieuwe overweging uit het reclasseringsrapport blijken dat klager laag dan wel gemiddeld scoort op de gebieden van
recidiverisico, het onttrekken aan de voorwaarden en gevaar voor willekeurige slachtoffers.

4. De beoordeling
4.1. Relevante regelgeving
Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in een beperkt beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben
van maximaal achttien maanden, beschikken over een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2. Feiten en omstandigheden
Uit het reclasseringsadvies volgt dat klager is veroordeeld voor het plegen van ontucht met zeven jongens van ongeveer vijftien jaar oud in de periode tussen 1997 en 2007.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een b.b.i. afgewezen, omdat klager zich gedurende zijn schorsing niet telkens heeft gehouden aan de voorwaarden en het door klager opgegeven verlofadres in [...] niet is goedgekeurd wegens

kort gezegd – het gevaar voor maatschappelijke onrust. Uit de stukken volgt dat de politie eveneens negatief heef geadviseerd ten aanzien van het inmiddels door klager opgegeven tweede verlofadres in [...], omdat dit adres zo goed als direct gelegen is
aan een basisschool en direct is gelegen naast een kinderspeelplaats.
De einddatum van klagers detentie is 25 november 2015.
Uit het selectieadvies van de directeur van de locatie Tafelbergweg van 4 september 2014 volgt dat klagers gedrag is aangemerkt als “groen”.

4.3. Oordeel
De beroepscommissie is van oordeel dat bij de beoordeling van het verlofadres in [...] onvoldoende in aanmerking is genomen dat de feiten waarvoor klager is veroordeeld al enige tijd geleden zijn gepleegd, namelijk tussen 1997 en 2007. Voorts is niet
overwogen dat eventuele gevaren voor bijvoorbeeld maatschappelijke onrust dan wel slachtofferconfrontatie zouden kunnen worden ondervangen door het verbinden van voorwaarden aan de regimaire verloven. Voor wat betreft het negatieve advies ten aanzien
van het verlofadres in [...] geldt naast het voorgaande dat het argument dat het adres (zo goed als) direct is gelegen aan een basisschool en een kinderspeelplaats, onvoldoende is toegesneden op klagers delictgedrag, nu klager is veroordeeld voor het
plegen van ontucht met jongens van ongeveer vijftien jaar. De signalen dat klager zich tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis niet zou hebben gehouden aan de voorwaarden, wat daar verder ook van zij, zijn naar het oordeel van de
beroepscommissie in dit stadium niet langer relevant. De reclassering schat het recidiverisico niet hoog in. Klager heeft, blijkens het reclasseringsadvies, sinds hij verdacht werd van de gepleegde strafbare feiten nog ruim vier jaar in dezelfde
woonomgeving gewoond.

Gelet op het voorgaande en nu de einddatum van klagers detentie steeds dichterbij komt, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet op goede gronden rust. Zij zal het beroep derhalve gegrond verklaren, de
bestreden beslissing vernietigen en de selectiefunctionaris opdragen om binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 26 januari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven