Nummer: 14/3828/GB
Betreft: [klager] datum: 19 januari 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Berbee, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 oktober 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 9 februari 2014 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zwaag te Hoorn. Op 18 september 2014 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar een regime van beperkte gemeenschap
geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In het kader van doorplaatsing na veroordeling is klager geselecteerd voor de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Zuyder Bos. Er is kennelijk rekening gehouden met zijn voorkeur. Klager is het niet eens met deze selectie, want gezien
de duur van de in eerste aanleg opgelegde straf, de aard van de delicten waarvoor hij thans is veroordeeld en zijn gedrag in het h.v.b. van de locatie Zwaag moest klager geselecteerd worden voor een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.). In een
b.b.i. zijn er beperkte verlofmogelijkheden. Klager is al op verlof geweest en dit is zonder problemen verlopen. Hij heeft zich aan alle afspraken en voorwaarden gehouden. Er is dan ook geen reden om aan te nemen dat klager zich niet aan de afspraken
zal houden als hij wordt geplaatst in een z.b.b.i. De selectiefunctionaris stelt in de bestreden beslissing dat nog niet is beoordeeld of klager zich aan de gemaakte afspraken zou kunnen houden. Er wordt hierbij verwezen naar de richtlijnen voor
plaatsing in een inrichting met regimair verlof. In de toelichting bij de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) staat dat om te beoordelen of zich een risico kan manifesteren tijdens een verlof, de directeur van de inrichting
gebruik moet maken van een reclasseringsadvies. Indien dit advies ontbreekt, moet het verlof worden geweigerd. Er wordt niet feitelijk onderbouwd waarom gekozen is voor plaatsing in een b.b.i. in plaats van in een z.b.b.i. Klager merkt op dat er in het
kader van zijn strafzaak een reclasseringsadvies is opgemaakt. Voor zover bij klager bekend is, heeft er met de reclassering ten aanzien van klagers goed verlopen verlof overleg plaatsgevonden. Het ontbreken van een reclasseringsadvies kan niet als
argument worden gebruikt voor de selectie voor plaatsing in een b.b.i.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In het kader van doorplaatsing na veroordeling in eerste aanleg is er van uit de locatie Zwaag een selectievoorstel ingediend. Uit het selectievoorstel blijkt dat er een reclasseringsrapport voor detentiefasering is aangevraagd, maar dat dit rapport
nog
niet is ontvangen. Klagers voorkeur ging uit naar de locatie Zuyder Bos. Klager is dan ook, in afwachting van het reclasseringsrapport, geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos. Per 1 april 2011 is de Regeling gewijzigd met betrekking tot
het verlenen van regimegebonden verlof. In de toelichting bij de nieuwe Regeling staat dat om te beoordelen of er zich een risico kan manifesteren tijdens het verlof, de directeur van de inrichting gebruik moet maken van een reclasseringsadvies.
Wanneer
dit reclasseringsadvies niet aanwezig is, moet verlof worden geweigerd. Klager is al op verlof geweest. Dit betrof een algemeen verlof en voor algemeen verlof is geen reclasseringsadvies noodzakelijk. Het reclasseringsadvies waar klager naar verwijst
in
zijn beroep is een beknopt reclasseringsadvies waarin klager zich beroept op zijn zwijgrecht. In dit advies wordt tevens aangegeven dat er ten tijde van het opstellen van het advies nog geen mogelijkheid wordt gezien voor een plan van aanpak. Het
advies
is dan ook niet bruikbaar voor een vervolgtraject. Op 8 september 2014 heeft de locatie Zwaag de reclassering verzocht een advies uit te brengen. Na enige vertraging is de reclassering nu bezig met een advies voor een penitentiair programma. In
afwachting van het reclasseringsadvies is de huidige plaatsing correct geweest.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. In zeer beperkte beveiligde inrichtingen of afdelingen kunnen gedetineerden worden geplaatst die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, die in geval de
veroordeling onherroepelijk is ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan dan wel in geval de veroordeling nog niet onherroepelijk is een tijd in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht waarvan de duur ten minste gelijk is
aan
de helft van de opgelegde gevangenisstraf, die beschikken over een aanvaardbaar verlofadres, die een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart
2014,
Stcrt. 2014, nr. 4617).
4.3. Klager is, in tegenstelling tot hetgeen zijn raadsman stelt, geselecteerd voor een normaal beveiligde inrichting en niet voor een b.b.i. De beroepscommissie heeft in een uitspraak van 4 juli 2012 met kenmerk 12/1159/GB geoordeeld dat de enkele
omstandigheid dat er nog geen (nieuw) advies van de reclassering is opgesteld, niet aan klager kan worden tegengeworpen. Ten tijde van de bestreden beslissing d.d. 7 oktober 2014 was er nog geen (nieuw) reclasseringsadvies beschikbaar. Op 16 december
2014 heeft de reclassering echter een advies uitgebracht. Namens de beroepscommissie heeft de secretaris dit reclasseringsadvies opgevraagd en uit het advies blijkt dat klagers recidiverisico wordt ingeschat als hoog en dat het risico op onttrekken aan
de voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld. Voorts blijkt uit de overgelegde stukken echter dat klager reeds driemaal tijdelijk de inrichting heeft verlaten in het kader van algemeen verlof. Niet is gebleken dat deze verloven niet goed zijn verlopen.
Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd waarom plaatsing van klager in een z.b.b.i. niet mogelijk is. De bestreden beslissing zal worden vernietigd en de
selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming aan klager.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na
ontvangst van deze uitspraak.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 19 januari 2015
secretaris voorzitter