Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0893/TB, 23 september 2002, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/893/TB

betreft: [klager] datum: 23 september 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 2 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 15 april 2002 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 augustus 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Overijssel, locatie Zwolle te Zwolle, zijn gehoord namens de Minister mr. [...] en drs. [...]. Hiervan is het aangehechte verslagopgemaakt.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen (hierna: Van Mesdagkliniek).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Minister heeft op 1 augustus 2001 beslist klager te plaatsen in de Prof. Mr. W.P:.J.Pompekliniek te Nijmegen (hierna: de Pompekliniek). Op 15 april 2002 is deze beschikking ingetrokken en heeft de Minister beslist om klager te plaatsen in de Van Mesdagkliniek. Deze plaatsing was ten tijde van het instellen van hetberoep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in de Van Mesdagkliniek. Hij stond hoog op de wachtlijst van tbs-kliniek De Singel. Klager heeft geen interesse in een plaatsing in de Van Mesdagkliniek omdat De Singel beteraansluit bij zijn ambities, namelijk acteren, zingen, schrijven en kunst maken.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Ten aanzien van de selectie van tbs-gestelden in het kader van een eerste opname in een tbs-inrichting, geldt een toetsing aan een viertal criteria (geslacht,intelligentie, soort stoornis en vluchtgevaarlijkheid). Op grond van hieruit voorkomende gegevens wordt betrokkene aan een tbs-kliniek toebedeeld. Uit de ter beschikking staande informatie kwam naar voren dat klager een man is,lijdende aan een gemengde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Het intelligentieniveau van klager is vastgesteld op een gemiddeld niveau (IQ 102) Niet is gebleken dat ten aanzien van klager sprake is vaneen extreem beheers- en of vluchtrisico. Aanvankelijk stond klager op de wachtlijst voor de Pompekliniek. Tegen deze plaatsingsbeslissing heeft klager beroep ingesteld, welk beroep de Raad bij beslissing van 2 januari 2002 ongegrondheeft verklaard. In het onderhavige beroepschrift geeft klager aan dat de tbs-kliniek De Singel beter aansluit bij zijn ambities. Bij de selectie voor een tbs-inrichting kan echter geen rekening worden gehouden met de ambities vanklager. Bezien is of klager door middel van een ruil geplaatst kon worden in De Singel maar dat is niet gelukt. Voorzover klager in zijn beroepschrift tevens bedoeld heeft dat hij geplaatst wenst te worden in de regio Amsterdam methet oog op het feit dat hij daar in de toekomst zou willen wonen en werken wordt het volgende aangegeven. Er kan geen rekening worden gehouden met de voorkeur voor plaatsing in een bepaalde regio, tenzij bijzondere omstandighedendaartoe aanleiding geven. Uit de stukken komt niet een zodanige sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in de regio Amsterdam naar voren dat dit uit het oogpunt van het belang van zijn behandeling dient te prevaleren boven hetbelang van een spoedige plaatsing in een tbs-inrichting, in casu de Van Mesdagkliniek. Met het huidige voornemen om klager in de Van Mesdagkliniek te plaatsen is getracht tegemoet te komen aan een snellere opname voor behandeling ineen kliniek. Hierbij is in aanmerking genomen dat het de kliniek van plaatsing vrijstaat om wanneer en indien dit geïndiceerd is, met klager in het kader van vrijheden een resocialisatietraject uit te zetten in de regio Amsterdam.Aan een dergelijke beslissing van de kliniek liggen derhalve behandelinhoudelijke overwegingen ten grondslag.

4. De beoordeling
Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, teweten vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van eenbeheers/vluchtrisico.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent zijn ambities is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Voorts is het mogelijk indien dit behandelinhoudelijk geïndiceerd is om met klager in het kader van vrijhedeneen resocialisatietraject uit te zetten in de regio Amsterdam.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager te plaatsen in de Van Mesdagkliniek niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalveongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. E.J. Hofstee en dr. F. Koenraadt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 september 2002

secretaris voorzitter

nummer: 02/893/TB

betreft: [klager], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van [klager], gehouden in de penitentiaire inrichtingen Overijssel, locatie Zwolle teZwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: N. Jörg
leden: mr. E.J. Hofstee en dr. F. Koenraadt.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn namens de Minister mr. [...] en drs. [...].

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Namens de Minster is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Aanvankelijk stond klager op de wachtlijst voor de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek. Tegen deze plaatsingsbeslissing heeft klager beroep ingesteld, welk beroep de Raad bij beslissing van 2 januari 2002 ongegrond heeft verklaard. In hetonderhavige beroepschrift geeft klager aan dat de tbs-kliniek De Singel beter aansluit bij zijn ambities. Bij de selectie voor een tbs-inrichting kan echter geen rekening worden gehouden met de ambities van klager. Bezien is ofklager door middel van een ruil geplaatst kon worden in De Singel maar dat is niet gelukt. Voorzover klager in zijn beroepschrift tevens bedoeld heeft dat hij geplaatst wenst te worden in de regio Amsterdam met het oog op het feitdat hij daar in de toekomst zou willen wonen en werken wordt het volgende aangegeven. Er kan geen rekening worden gehouden met de voorkeur voor plaatsing in een bepaalde regio, tenzij bijzondere omstandigheden daartoe aanleidinggeven. Uit de stukken komt niet een zodanige sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in de regio Amsterdam naar voren dat dit uit het oogpunt van het belang van zijn behandeling dient te prevaleren boven het belang van eenspoedige plaatsing in een tbs-inrichting, in casu de Van Mesdagkliniek. Met het huidige voornemen om klager in de Van Mesdagkliniek te plaatsen is getracht tegemoet te komen aan een snellere opname voor behandeling in een kliniek.Hierbij is in aanmerking genomen dat het de kliniek van plaatsing vrijstaat om wanneer en indien dit geïndiceerd is, met klager in het kader van vrijheden een resocialisatietraject uit te zetten in de regio Amsterdam. Aan eendergelijke beslissing van de kliniek liggen derhalve behandelinhoudelijke overwegingen ten grondslag.

secretaris voorzitter

Naar boven