nummer: 14/2782/GA
betreft: [klager] datum: 7 januari 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 4 augustus 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. C.J.M. Jansen om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft afwijzing van een verzoek om algemeen verlof.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Het beklag ziet op de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof.
De directeur heeft de afwijzing gebaseerd op een drietal gronden, te weten gebleken onbetrouwbaarheid bij het nakomen van afspraken, risico op mogelijke slachtofferconfrontatie en risico op maatschappelijke onrust. De directeur heeft zich daarbij met
name gebaseerd op reclasseringsrapportage uit 2013 en op het negatieve advies van de politie.
Door en namens klager is aangevoerd dat hij in de periode januari en februari 2014 uit de voorlopige hechtenis was geschorst en die schorsing toen met elektronisch toezicht zonder problemen op zijn huisadres heeft doorgebracht. Dit is door de
directeur niet weersproken. Gelet daarop en gelet op de omstandigheid dat het reclasseringsadvies dateert van voor de inhoudelijke behandeling van klagers strafzaak, moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing onvoldoende is onderbouwd en dus
genomen op gronden die deze niet kunnen dragen. Het beklag zal daarom alsnog gegrond worden verklaard.
Nu verzoeker inmiddels niet meer is gedetineerd, zijn de gevolgen van de bestreden beslissing thans niet meer ongedaan te maken. Gelet daarop komt aan klager een financiële tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de hoogte daarvan vaststellen op €
50,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 januari 2015.
secretaris voorzitter