Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1879/GA (hersteluitspraak), 23 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1879/GA (hersteluitspraak)

betreft: [klager] datum: 23 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak van 24 april 2014 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op 28 oktober 2014 heeft de beroepscommissie uitspraak gedaan in de onderhavige zaak. Bij brief van 29 oktober 2014 heeft mevrouw mr. T. Gumüs meegedeeld dat zij zich bij faxbericht van 9 oktober 2014 heeft gesteld als raadsvrouw van klager. Bij brief
van 7 november 2014 is haar bericht dat een dergelijke brief/fax niet is ontvangen en dat reeds is beslist op het beroep. Bij brief van 14 november 2014 heeft de raadsvrouw verzocht om herziening van de uitspraak van 28 oktober 2014. Zij heeft daarbij
een verzendbewijs van het faxbericht van 9 oktober 2014 overgelegd en inhoudelijk gereageerd op het beroep. Nu niet valt uit te sluiten dat er sprake is geweest van een administratieve misslag, waardoor de raadsvrouw naar aanleiding van het faxbericht
van 9 oktober 2014 niet in de gelegenheid is gesteld op het beroep te reageren, is aan klagers raadsvrouw en aan de directeur bij brief van 28 november 2014 bericht dat de brief van 14 november 2014 aanleiding geeft om de uitspraak te herstellen en is
de directeur in de gelegenheid gesteld om te reageren. Een afschrift van de reactie van de directeur van 5 december 2014 is aan klager en zijn raadsvrouw verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 140,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de eerste (initiële) plaatsing van klager in het basisprogramma bij de invoering van het beleidsprogramma “Dagprogramma,
beveiliging en toezicht op maat”.

2. De standpunten van klager en de directeur
De directeur heeft zijn beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De directeur acht het terecht dat aan klager een tegemoetkoming is toegekend, maar hij acht de toegekende tegemoetkoming niet proportioneel. Niet de directeur, maar de
beroepscommissie heeft in haar uitspraak van 28 oktober 2014 in de onderhavige zaak verwezen naar de uitspraak van 13 oktober 2014, nr. 14/1188/GA. Een tegemoetkoming van € 5,= per dag acht de directeur niet in lijn met de standaardbedragen die door de
beroepscommissie worden gehanteerd. Iedere gedetineerde heeft recht op ten minste één uur bezoek per week en een uur luchten per dag. Dat geldt voor gedetineerden in zowel het plus- als in het basisprogramma.

Namens klager is daarop als volgt – zakelijk weergegeven – gereageerd. Niet duidelijk is waar het bedrag van € 50,= zoals toegekend in de uitspraak van de beroepscommissie van 13 oktober 2014, nr. 14/1188/GA, op is gebaseerd. Klager heeft 28 dagen in
het verkeerde programma verbleven. De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,= per dag toegekend. Een tegemoetkoming van € 50,= komt neer op € 1,79 per dag. Dit is onacceptabel. Klager heeft 28 dagen geen bezoek gehad, één uur per dag kunnen
luchten en is 28 dagen teveel uur achter elkaar ingesloten.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich, nu het om de eerste (initiële) plaatsing gaat en gelet op de uitspraak van de beroepscommissie van 13 oktober 2014, 14/1188/GA (eindbeslissing), niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Een tegemoetkoming van € 5,=
per dag acht de beroepscommissie te hoog voor zover het om meer dan tien dagen gaat. De beroepscommissie heeft voor alle gevallen waarin het beklag tegen de initiële plaatsing reeds door het ontbreken van tijdige aanwijzing van de inrichting als een
inrichting met beperkte gemeenschap gegrond moet worden verklaard een vast bedrag van € 50,= vastgesteld. De tegemoetkoming is bedoeld als compensatie voor het door klager geleden ongemak en niet als vergoeding voor de door klager geleden schade, zo
daar in onderhavige zaak al sprake van is. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een lagere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 23 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven