Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4020/SGA, 30 oktober 2014, schorsing
Uitspraakdatum:30-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/4020/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 30 oktober 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een op 29 oktober 2014 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i. van 28 oktober 2014, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van
opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, voor de duur van vier dagen, waarvan één dag voorwaardelijk met een proeftijd van drie maanden. Het onvoorwaardelijk deel van de disciplinaire straf is
ingegaan op 27 oktober 2014 om 16.30 uur en zal eindigen op 30 oktober 2014 om 16.30 uur. Uit deze beslissing blijkt dat deze straf is opgelegd naar aanleiding van een tweetal aan verzoeker aangezegde verslagen, respectievelijk van 25 oktober 2014 en
van 27 oktober 2014. De straf is aan verzoeker opgelegd omdat hij een opdracht van het personeel niet heeft opgevolgd door een medegedetineerde een brief voor hem te laten schrijven en omdat verzoeker zich heeft onttrokken aan het toezicht van het
personeel.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 30 oktober 2014. Blijkens een mededeling van de secretaris van de beklagcommissie bij de p.i. Vught is daar nog geen klacht van verzoeker ontvangen.

1. De beoordeling
Blijkens een mededeling van de secretaris van de beklagcommissie bij de p.i. Vught is daar nog geen klacht van verzoeker ontvangen. Verzoeker heeft in zijn schorsingsverzoek aangegeven dat hij reeds mondeling beklag heeft aangetekend omdat het – zo
geeft verzoeker aan - meestal dagen duurt voordat hij in beklag kan gaan.
Ingevolge artikel 61, eerste lid van de Pbw doet een gedetineerde beklag door de indiening van een klaagschrift bij de beklagcommissie bij de inrichting waar de beslissing waarover hij klaagt is genomen. Uit voorgaande bepaling volgt dat het niet
mogelijk is om mondeling beklag in te dienen tegen een beslissing van de directeur. Verzoeker heeft derhalve niet volgens de vormvoorschriften beklag ingesteld. Nu wettelijk is bepaald dat slechts hangende de uitspraak van de beklagcommissie op het
klaagschrift schorsing kan plaatsvinden van de tenuitvoerlegging van de beslissing waartegen het klaagschrift is gericht, kan verzoeker (vooralsnog) niet worden ontvangen in zijn verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 30 oktober 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven