Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3075/GB, 8 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3075/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.F. Schadd, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1 dan wel naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 14 juni 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil overgeplaatst worden naar een p.i. die gemakkelijker te bereiken is voor zijn bezoek dat woonachtig is in de regio Arnhem. Klagers verzoek tot overplaatsing is afgewezen omdat klager, toen hij in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek
Zutphen
verbleef, nooit heeft aangegeven dat hij wilde worden overgeplaatst naar Arnhem of Zwolle en omdat klager geen bezwaar heeft gemaakt tegen de strafoverplaatsing naar de p.i. Lelystad. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen is goed te bereiken
vanuit Arnhem, dus een overplaatsing was niet nodig. Daarnaast had klager begrepen dat een overplaatsing naar Arnhem niet mogelijk was, nu daar piw’ers werken die klager kennen. Het feit dat klager geen bezwaar heeft gemaakt tegen de strafoverplaatsing
naar de p.i. Lelystad is geen reden om klagers verzoek af te wijzen. Klager achtte destijds een bezwaar niet kansrijk, omdat de directie van de locatie Ooyerhoek Zutphen om de overplaatsing had verzocht. Het is voor klagers kinderen en familie lastig
om
klager op regelmatige basis te bezoeken in de p.i. Lelystad.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst naar de p.i. Lelystad omdat hij de orde en rust ernstig had verstoord in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, wat tevens heeft geleid tot letsel bij medegedetineerden. Dit heeft plaatsgevonden in juni 2014. Klager
misdraagt zich vooralsnog niet in de p.i. Lelystad. De strafoverplaatsing naar de p.i. Lelystad heeft recent plaatsgevonden waardoor het vanuit het oogpunt van orde, rust en veiligheid beter is klager nog niet over te plaatsen.

4. De beoordeling
Uit het selectieadvies van de p.i. Lelystad van 19 augustus 2014 blijkt dat klager goed gedrag vertoont en dat de directeur positief heeft geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek. Het feit dat klagers overplaatsing naar de p.i. Lelystad recent
heeft
plaatsgevonden en het feit dat klager geen bezwaar heeft gemaakt tegen de overplaatsing nu hij dat niet kansrijk achtte, is naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende redengevend om klagers verzoek tot overplaatsing af te wijzen. Bij een
overplaatsing naar aanleiding van gedragingen in strijd met de orde in de inrichting wordt in beginsel door de selectiefunctionaris geen rekening gehouden met de voorkeuren van klager. Voorts heeft de selectiefunctionaris niet onderbouwd waarom een
overplaatsing naar de locatie Zwolle Zuid 1 dan wel de p.i. Arnhem niet mogelijk was. Het feit dat klager nooit eerder een dergelijk overplaatsingsverzoek heeft ingediend toen hij in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen verbleef, kan niet aan
een nieuw verzoek tot overplaatsing in de weg staan. Gelet op het voorgaande is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende gemotiveerd. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De
beroepscommissie zal de selectiefunctionaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 8 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven