Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2616/TB, 1 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:01-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/2616/TB

betreft: [klager] datum: 1 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.Y. Taekema, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 18 juli 2014 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris om klager te plaatsen in FPC De Woenselse Poort,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. J.Y. Taekema om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De feiten
Het Hof van Beroep te Gent (België) heeft bij arrest van 25 juni 2013 een vonnis bevestigd waarbij de internering van klager werd gelast. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 26 mei 2014 geoordeeld dat er (i)
geen wettelijke gronden zijn om de erkenning van deze buitenlandse rechterlijke uitspraak te weigeren; en (ii) dat de opgelegde vrijheidsbenemende sanctie tot aanpassing ervan aanleiding geeft. Deze aanpassing houdt de terbeschikkingstelling van klager
met verpleging van overheidswege in.
Blijkens zijn beroepsschrift stelt de raadsman van klager zich op het standpunt dat sprake is van verzwaring van de opgelegde sanctie, welke onrechtmatig is, namelijk in strijd met art. 2:11, zevende lid, WETS. Van instemming van klager met zijn
plaatsing in De Woenselse Poort kan derhalve geen sprake zijn, ook al is een desbetreffend hokje aangekruist.

2. De beoordeling
Uit het beroepschrift en de toelichting op het beroep van klagers raadsman blijkt dat het beroep feitelijk is gericht tegen bovengenoemde beslissing tot aanpassing van de vrijheidsbenemende sanctie door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Op grond van
artikel 69 van de Bvt staat tegen deze aanpassing van de titel van vrijheidsbeneming geen beroep open.
Voor zover het beroep tevens gericht is tegen de beslissing om klager te plaatsen in het FPC De Woenselse Poort en niet elders zijn voorts door de raadsman geen gronden aangevoerd, hetgeen op zichzelf reeds een grond voor niet-ontvankelijkheid van het
beroep vormt.
Gelet op het bovenstaande zal de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk in het beroep verklaren.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. W.A.Th. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 december 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven