Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 00/1177/GA, 22 september 2000, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2000

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 00/1177/GA

betreft: [klager] datum: 22 september 2000

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 20 juni 2000 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) "Toorenburgh", unit "Westlinge" te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak d.d. 30 mei 2000 van de beklagcommissie bij voornoemde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 augustus 2000, gehouden in de p.i. "Over-Amstel" te Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur van de unit "Westlinge" van de p.i. "Toorenburgh".

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een door of namens de directeur genomen beslissing tot opschorting van klagers maatschappelijke integratie (MI) traject voor de duur van drie maanden, wegens een positieve score op benzodiazepine bij eenurinecontrole.

De beklagcommissie heeft op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven het beklag gegrond verklaard en de directeur opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
De directie is van mening dat het gebruik van niet van de inrichtingsarts afkomstige medicijnen aanleiding kan zijn de detentiefasering op te schorten.
Bij klager is door middel van een urinecontrole illegaal medicijngebruik geconstateerd. Hij is hierover gehoord en hij heeft dergelijk gebruik toegegeven. Bij een positieve score op softdrugs wordt het MI-traject drie maandenopgeschort. Bij een positieve score op harddrugs is dit zes maanden. Dit komt overeen met vastgestelde richtlijnen. Overeenkomstig dit beleid is klagers MI-traject drie maanden opgeschort. Hij had weliswaar een slaappil en geensoftdrugs gebruikt, maar omdat dit medicatie betrof die alleen op recept verkregen kan worden, is dit gebruik gelijk gesteld met softdrugsgebruik.
Bij een positieve uitslag van een urinecontrole is de procedure als volgt. De uitslag van de urinecontrole wordt besproken in het detentieberaad en het detentieberaad neemt onder voorzitterschap van de unit-directeur een beslissing.Deze beslissing wordt door het afdelingshoofd mondeling aan de gedetineerde medegedeeld. Het was puur toeval dat er in het onderhavige geval drie weken tijd zat tussen de uitslag van de urinecontrole en de mededeling aan klager datzijn MI-traject drie maanden zou worden opgeschort. Dat komt doordat er weliswaar eenmaal per week een detentieberaad is, maar niet elke gedetineerde op iedere vergadering wordt besproken. Klager is op enig moment voor eendetentieberaad geagendeerd en op dat moment werd hij pas besproken.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
De dag voordat ik in de inrichting binnenkwam, dus toen ik nog in de p.i. "Haarlem" zat, heb ik een halve slaappil ingenomen. Gedurende mijn detentie heb ik nooit drugs gebruikt, zelfs geen jointje gerookt en ik heb dan ook nognooit een rapport gehad wegens drugsgebruik. Twee weken na de positieve uitslag van de urinecontrole kreeg ik te horen dat ik zes maanden 'in de vriezer ging'. Dit is later teruggedraaid naar drie maanden. Mijn MI-traject looptinmiddels weer, maar uiteindelijk heb ik drie maanden vertraging opgelopen.

3. De beoordeling
Vaststaat dat klager tegen de regels in een slaappil heeft gebruikt. Voorts staat vast dat dergelijk illegaal medicijngebruik niet geregeld is in de door de directeur gehanteerde richtlijnen waarin is vastgelegd welke sanctie opwelk drugsgebruik dient te volgen. Reeds omdat een regeling ontbreekt, is een belangenafweging op zijn plaats waarbij de ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze is begaan in de beschouwing dient te wordenbetrokken. Om in een geval als het onderhavige tot een goede belangenafweging te kunnen komen, dient de betreffende gedetineerde te worden gehoord door de directeur. Van enige belangenafweging of van het horen van de gedetineerde isniet gebleken.
De beroepscommissie is van oordeel dat opschorting van klagers MI-traject voor de duur van drie maanden als reactie op de door hem begane overtreding in het onderhavige geval een te zware reactie wordt geacht. Daarbij neemt zij inaanmerking dat uit de persoonsrapportages van klager een positief verleden zonder drugsgebruik naar voren komt.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat de beslissing tot opschorting van klagers MI-traject voor de duur van drie maanden bij afweging van alle in aanmerking komende belangenonredelijk en onbillijk moet worden geacht. Zij zal het beklag dan ook gegrond verklaren.
Nu de gevolgen van de beslissing van de directeur niet meer ongedaan te maken zijn, stelt de beroepscommissie – na de directeur in de gelegenheid te hebben gesteld zijn visie hieromtrent kenbaar te maken – vast dat klager eengeldelijke tegemoetkoming toekomt van f. 75,= voor het door hem ondervonden ongemak.

De beroepscommissie merkt overigens nog op dat zij het zeer wenselijk acht dat beslissingen als de onderhavige, die van zeer ingrijpende aard zijn voor de betrokken gedetineerde – hoewel dit wettelijk niet verplicht is –schriftelijk aan de betreffende gedetineerde worden medegedeeld.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager een tegemoetkoming toekomt van f. 75,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. H.W.J. Droesen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 22 september 2000.

secretaris voorzitter

Naar boven