Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3007/GB, 20 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:20-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3007/GB

Betreft: [klager] datum: 20 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Y. Karga, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zwolle Zuid 1 afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 26 mei 2014 in Nederland gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden. Op 17 september 2014 is hij overgeplaatst naar het Pieter Baan Centrum (PBC) te Utrecht. Op 5 november 2014 is klager
weer teruggeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Leeuwarden.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Uit de bestreden beslissing blijkt niet dat er een belangenafweging heeft plaatsgevonden. Klagers persoonlijk belang dient zwaarder te wegen dan een algemeen uitgangspunt dat door de selectiefunctionaris naar voren wordt gebracht. Het feit dat klager
is
ingesloten voor het arrondissementsparket Noord-Nederland maakt niet dat klager niet kan worden overgeplaatst. Naar verwachting zal klager voor een lange tijd gedetineerd zijn, waardoor het belangrijk is dat hij zo spoedig mogelijk bezoek ontvangt.
Klager raakt geïsoleerd en de stress die hij ervaart uit zich in medische klachten en andere problemen op de afdeling. Het feit dat klager naar het PBC wordt overgeplaatst is geen reden om hem niet over te plaatsen naar de locatie Zwolle Zuid 1. Zoals
algemeen bekend duurt een verblijf in het PBC gemiddeld niet langer dan zeven weken. Klager heeft een nare start gehad in de p.i. Leeuwarden, omdat zijn zaak zeer mediagevoelig is en de regionale media veel aandacht aan hem hebben besteed. Klager werd
bevooroordeeld en benadeeld behandeld. Klager heeft al drie maanden geen bezoek ontvangen. Hierdoor lijdt hij aan huiduitslag, migraine en slaaptekort. Ook wil hij graag gesteund worden door zijn familie en vrienden, wat nu niet mogelijk is. Klager kan
vanwege zijn financiële situatie maar een keer in de twee weken vijftien minuten bellen met vrienden, waardoor hij zich slecht voelt en bang is zijn relaties te verwaarlozen. Klager wil zijn beroep mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten in het arrondissement van de rechtbank waarvoor hij thans gedetineerd zit. Klager wordt overgeplaatst naar het PBC. Op zich is er geen probleem klager over te plaatsen, maar hij is er niet bij gebaat als de overplaatsing naar een
inrichting van zijn voorkeur nu wordt beslist, als deze overplaatsing wordt doorkruist door de overplaatsing naar het PBC. De tijd is op dit moment niet rijp voor een overplaatsing. Zodra klager wordt teruggeplaatst uit het PBC kan hij een nieuw
verzoek
tot overplaatsing indienen.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht zijn beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is echter niet nader onderbouwd. De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek af.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. Uitgangspunt bij de plaatsing van voorlopig gehechte gedetineerden is dat deze, gelet op het belang van goede rechtsgang, worden geplaatst in een h.v.b. in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Klagers voorkeur voor het h.v.b. van de
locatie Zwolle Zuid 1 voldoet aan dit uitgangspunt. Het feit dat klager tijdelijk verblijft in het PBC is naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende om klagers verzoek tot overplaatsing af te wijzen, nu hij na het tijdelijke verblijf in het
PBC op 5 november 2014 is teruggekeerd naar de inrichting van herkomst, te weten het h.v.b. van de p.i. Leeuwarden. De selectiefunctionaris geeft aan dat overplaatsing van klager verder geen probleem vormt. Gelet daarop is de beslissing van de
selectiefunctionaris onvoldoende gemotiveerd. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze
uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 20 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven