Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3115/GA, 17 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3115/GA

betreft: [klager] datum: 19 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.F. Aarts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 augustus 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den Ijssel, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 november 2014, gehouden in p.i. Amsterdam Over-Amstel, is klagers raadsman mr. E.J.M.J. Damen gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
De directeur van de p.i. Krimpen aan den Ijssel heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 37,50 toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel wegens een poging tot diefstal,
op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat de gevolgen van de straf te vergaand zijn geweest. Klager is door de straf gedegradeerd naar het basisregime. Tevens kon hij zijn werkzaamheden als reiniger
gedurende
drie weken niet uitvoeren. Het arbeidsloon van een reiniger is hoger dan het normaal arbeidsloon. Primair wordt verzocht om klager een tegemoetkoming in de vorm van bezoek zonder toezicht (b.z.t.) toe te kennen. Subsidiair wordt om een financiële
tegemoetkoming verzocht.

De directeur heeft schriftelijk als volgt op het beroep gereageerd. Aan klager is een standaard tegemoetkoming toegekend. Het is niet mogelijk om compensatie in de vorm van b.z.t. toe te kennen.

3. De beoordeling
Niet weersproken is dat klager gedurende drie weken geen werk als reiniger kon verrichten en dat het salaris van een reiniger hoger ligt dan het normaal arbeidsloon. De beroepscommissie kan zich dan ook niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. Klager is inmiddels overgeplaatst naar de locatie Esserheem te Veenhuizen. De beroepscommissie zal daarom een hogere financiële tegemoetkoming toekennen, namelijk € 15,= extra (€ 5 x 3 weken).

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van in totaal € 52,50 (€ 37,50 + € 15,=).

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. U.P. Burke en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 19 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven