Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3667/GV, 14 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3667/GV

betreft: [klager] datum: 14 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 september 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is niet teruggekeerd van algemeen verlof, omdat hij het niet eens was met de aangekondigde einddatum van zijn detentie. Klager heeft zich toen hij zich moest identificeren voor de politie niet
voorgedaan als zijn broer. Klager heeft aangegeven dat hij geen rijbewijs bij zich had en dat hij nog een paar maanden gevangenisstraf open had staan. Hij moest mee naar het politiebureau om zijn identiteit vast te stellen en is ook meteen ingesloten.
Klager stelt gediscrimineerd te worden nu andere gedetineerden wel mogen verblijven in inrichtingen met meer vrijheden of zoals klager niet hun volledige voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) verliezen. Klager stelt er niet van op de hoogte te
zijn
geweest dat zijn v.i. kon worden ingetrokken. Klager stelt in juni 2014 een brief aan de directeur van de inrichting te hebben geschreven om zichzelf te melden. Daar heeft hij niets op terug gehoord.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft om strafonderbreking verzocht zodat hij voor zijn kinderen in Duitsland kan zorgen. Zijn schoonvader is overleden in Oezbekistan en zijn vrouw wil naar Oezbekistan om bij haar familie te zijn. Klager wil dan graag voor zijn kinderen van 9
en 15 jaar in Duitsland zorgen. Klager is op 1 maart 2014 niet teruggekeerd van algemeen verlof. Hij is op 9 juli 2014 bij een verkeerscontrole aangehouden. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) heeft klager zich tijdens die aanhouding voorgedaan als
zijn broer. De directeur van de p.i. Zwolle geeft aan dat er geen onderliggende stukken zijn overgelegd die het overlijden van klagers schoonvader bevestigen. Klagers motieven om niet terug te keren van het algemeen verlof liggen in de manier waarop
verschillende instanties zaken afhandelen. Deze motieven rechtvaardigen de onttrekking aan detentie door klager niet. Klager heeft geen stukken overlegd waaruit blijkt dat er een noodzaak is om strafonderbreking te verlenen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Zwolle heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het OM heeft eveneens negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag en heeft daarbij aangegeven dat klager zich in het buitenland gedurende langere
tijd aan de executie van een gevangenisstraf heeft onttrokken. Op enig moment is klager naar Nederland afgereisd en gedetineerd geraakt. Klager heeft zich vervolgens tijdens een algemeen verlof onttrokken aan de verdere executie van de gevangenisstraf.
Klager heeft zich daarna niet gemeld, maar is toevallig tijdens een verkeerscontrole aangehouden. Overigens probeerde klager zich tijdens zijn aanhouding voor te doen als zijn broer om zich aan de aanhouding en de detentie te onttrekken. Klager is
onbetrouwbaar gebleken in het nakomen van afspraken en bovendien is er een ernstig vermoeden dat hij zich wederom aan de executie van de detentie zal onttrekken. Er zijn in de aanvraag geen zwaarwegende redenen genoemd op basis waarvan de
verlofaanvraag
zou moeten worden gehonoreerd. Overigens is de aanvraag niet onderbouwd met een overlijdensakte en blijkt uit niets anders dan uit de verklaring van klager dat zijn echtgenote ernstig overstuur zou zijn en naar het buitenland zou willen vertrekken.
Indien zulks daadwerkelijk zou gebeuren dan is het overigens aannemelijk dat klager haar (naar Oezbekistan) zou vergezellen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 1,5 jaar met aftrek, wegens het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Wet op de Accijns en de Algemene Douanewet. Als hij niet voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld, valt de einddatum van zijn
detentie op of omstreeks 7 april 2015.

Klager heeft zich op 1 maart 2014 onttrokken aan zijn detentie door niet terug te keren van algemeen verlof. Op 10 juli 2014 is hij aangehouden tijdens een verkeerscontrole. Deze onttrekking vormt op zichzelf al een forse contra-indicatie voor
verlofverlening en rechtvaardigt een afwijzing van klagers verlofaanvraag. Overigens kan op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de
persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Klager heeft onvoldoende feitelijk onderbouwd dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. Klager heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat zijn schoonvader
overleden is en dat hij de zorg voor zijn kinderen in Duitsland van zijn vrouw moet overnemen. De beslissing van de Staatssecretaris kan gelet op het voorgaande, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 14 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven