Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2570/GA, 13 november 2014, beroep
Uitspraakdatum:13-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/2570/GA

betreft: [klager] datum: 13 november 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak van 25 juni 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 oktober 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Zuyder Bos en klagers raadsman, mr. M. de Reus, gehoord.
Klager heeft, blijkens een schriftelijke verklaring van 7 oktober 2014, afstand gedaan van het recht om ter zitting te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, het niet verstrekken van alternatief voedsel aan klager.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 10,= toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De beklagrechter heeft ten onrechte overwogen dat de directeur niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Bij klager is enige
tijd geleden de ziekte Benigne Recidiverende Intrahepatische Cholestase vastgesteld. Klager is naar een maag, darm, lever-arts en een dermatoloog verwezen en hij heeft medicatie ontvangen. De medische dienst adviseert de directeur welke voeding klager
dient te krijgen. Het mondelinge advies van de medische dienst was dat klager geen speciale voeding nodig heeft, maar wel licht verteerbare voeding. De medische dienst heeft gezegd dat het normale aanbod hier aan voldoet. Het is een gevarieerd aanbod
en
klager kan zelf voor licht verteerbare voedingsmiddelen kiezen. Een menu van alleen kip en rijst, zoals klager wenst, is niet nodig en onverantwoord.

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager vindt dat hij wel recht heeft op aangepaste voeding. In verband met zijn ziekte heeft hij van veel voedingsmiddelen
last.
Het aangeboden menu is onvoldoende.

3. De beoordeling
Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur aangegeven dat hij is afgegaan op het mondelinge advies van de medische dienst. Dit advies hield in dat klager baat heeft bij licht verteerbare voeding, maar dat klager geen, van het normale aanbod
afwijkende, voeding nodig heeft. Of dit advies van de medische dienst juist is, is in de onderhavige procedure niet aan de orde. Nu de directeur heeft gehandeld conform het advies van de medische dienst, is naar het oordeel van de beroepscommissie niet
gebleken dat de directeur niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en verklaart het beklag in zoverre alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. P.A.M. Mevis, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 november 2014

secretaris voorzitter

Naar boven