Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3545/GV, 30 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3545/GV

betreft: [klager] datum: 30 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Koster, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 september 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager komt op 2 december 2014 in aanmerking voor een elektronische detentie in het kader van een penitentiair programma (p.p.). Indien hij dan vrij komt kan hij niet meer deelnemen aan het schooljaar, omdat hij een aantal maanden heeft gemist. Het is
voor klager erg belangrijk dat hij kan deelnemen aan dit schooljaar en een intake gesprek bij het Albeda College te Rotterdam is noodzakelijk om te kunnen starten met een nieuw schooljaar. Tevens is een intake gesprek noodzakelijk voor het onderbouwen
van een schorsingsverzoek bij het gerechtshof te Den Haag.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek om incidenteel verlof is op basis van onjuiste gegevens aangevraagd. De vroegst mogelijke startdatum voor een p.p. voor klager is op 9 februari 2015. In het kader van een gestapeld traject zou het eventueel mogelijk zijn om klager eerder te
plaatsen in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) en daarvoor zou een p.p. advies moeten worden opgesteld door de reclassering. Bij plaatsing in een z.b.b.i. is het vooralsnog niet mogelijk om een voltijd studie te volgen. De advocaat
generaal (A-G) heeft negatief geadviseerd. In het reclasseringsadvies van 25 juli 2014 wordt vermeld dat klager een fors strafblad heeft opgebouwd. Klager laat zich niet weerhouden door voorwaardelijke straffen, werkstraffen of onvoorwaardelijke
straffen. Ook hulpverlening lijkt geen baat te hebben. Indien klager wederom recidiveert zal de reclassering bezien of een klinische opname of bijvoorbeeld de maatregel ISD niet meer passend is voor klager.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie De Schie te Rotterdam heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om incidenteel verlof.
De A-G bij het ressortsparket te Den Haag heeft aangegeven dat klager wegens een groot aantal (10) vermogensdelicten door de rechtbank is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren. Klager heeft tegen dit vonnis hoger beroep
aangetekend. Klager heeft deze feiten gepleegd terwijl hij in een proeftijd liep. Uit het strafblad blijkt dat hij eerder ook wegens vermogensdelicten is veroordeeld. Voorts staat ook nog een straatroof uit 2013 open. Klager vormt een gevaar voor de
maatschappij, in het bijzonder de veiligheid van goederen van anderen is in het geding. Klager is van jongs af aan, spullen van anderen aan het stelen. Daar komt soms ook geweld bij kijken. Voor het volgen van een opleiding dient klager stappen te
ondernemen als hij weer op vrije voeten is. Een intake op dit moment is zinloos omdat hij niet direct met de opleiding zal kunnen starten. De A-G heeft bezwaar tegen verlof voor een intake gesprek.

3. De beoordeling
Klager is wegens diefstal door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren met aftrek. Klager heeft hoger beroep ingesteld. De fictieve einddatum van detentie is gesteld op 11 augustus 2015. Klager komt vanaf 9 februari 2015 in
aanmerking voor een p.p.

De A-G en de inrichting hebben negatief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om incidenteel verlof voor een intake gesprek bij het Albeda College te Rotterdam.
Namens de Staatssecretaris is aangevoerd dat klager nog niet in aanmerking komt voor deelname aan een p.p. De vroegst mogelijke startdatum voor een p.p. voor klager is op 9 februari 2015. Voorts heeft klager nog een openstaande zaak. Gelet op het
voorgaande kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 30 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven