Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2502/GA, 22 september 2014, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/2502/GA

betreft: [klaagster] datum: 22 september 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een voorgenomen beslissing van 9 juli 2014 van de directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde p.i. verzocht te reageren op het beroep alsmede de aan de bestreden beslissing ten grondslag liggende stukken te zenden naar het secretariaat van de Raad. Klaagster heeft bij brief van 11 augustus
2014 haar beroep nader toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
Het beroep betreft de voorgenomen beslissing van de directeur van 9 juli 2014 inhoudende dat klaagster wordt verplicht tot het ondergaan van een geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Pbw (hierna:
a-dwangbehandeling).

2. De beoordeling
Op 9 juli 2014 heeft de directeur kenbaar gemaakt dat hij voornemens is ten aanzien van klaagster een a-dwangbehandeling toe te passen. Op 10 juli 2014 heeft klaagster een verzoek tot schorsing van de voorgenomen beslissing ingediend. Dit
schorsingsverzoek is tevens aangemerkt als beroepschrift.

Tegen een voorgenomen beslissing als bedoeld in artikel 22e, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel staat geen beroep op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw open. Enkel tegen een definitieve beslissing tot toepassing van a-dwangbehandeling,
als bedoeld in artikel 46e, eerste lid, van de Pbw, kan op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw rechtstreeks beroep worden ingesteld (vgl. beroepscommissie 3 december 2013, 13/2616/GA).
Klaagster zal daarom in haar beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.

Overigens overweegt de beroepscommissie dat het schorsingsverzoek, dat voor wat betreft het onderdeel over a-dwangbehandeling is aangemerkt als beroepschrift, tevens betrekking heeft op de beslissing van de directeur van 5 juli 2014 tot oplegging van
een ordemaatregel. Nu tegen een dergelijke beslissing ingevolge artikel 60, eerste lid, van de Pbw eerst beklag bij de beklagcommissie moet worden ingesteld, is dit onderdeel doorgestuurd naar de beklagcommissie met het verzoek het schorsingsverzoek
als
klaagschrift in behandeling te nemen.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 22 september 2014

secretaris voorzitter

Naar boven