Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2815/GB, 14 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2815/GB

Betreft: [klaagster] datum: 14 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.P. Stipdonk, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 5 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich op 18 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 24 juli 2014 is klaagster opgeroepen zich op 18 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis voor het ondergaan van 14 dagen principale hechtenis. Op 31 juli 2014 heeft klaagster hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op
5
augustus 2014 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Klaagster meent dat zij de kans moet hebben om tegen het onherroepelijk vonnis tijdig een goed onderbouwd gratieverzoek in te dienen. Zij zal verzoeken om omzetting in een taakstraf. Daarnaast
heeft klaagster uitzicht op een vaste baan en zij doet vrijwilligerswerk. Door de principale hechtenis zou dit in het gedrang komen. In een verklaring van de huisarts van 1 augustus 2014 wordt verzocht rekening te houden met de medische klachten van
klaagster. Zij heeft angsten, een slaapstoornis en nachtmerries omdat zij binnenkort een opgelegde straf moet uitzitten. Klaagster verzoekt om uitstel van haar meldplicht totdat op het nog in te dienen gratieverzoek is beslist.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Om deze reden, en om de capaciteit binnen het
gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden bereid om uitstel te verlenen. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Op 18 juni 2014 heeft klaagster schriftelijk verklaard
gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden. In het verlengde daarvan heeft klaagster op 24 juli 2014 een oproep ontvangen om zich op 18 augustus 2014 te melden. De selectiefunctionaris meent dat er geen aanleiding is om op grond van de aan
het
nog in te dienen gratieverzoek ten grondslag liggende standpunten uitstel te verlenen. Klaagster is onherroepelijk veroordeeld voor een principale hechtenis voor de duur van veertien dagen als gevolg waarvan een taakstraf niet aan de orde is. Het feit
dat klaagster vrijwilligerswerk doet en kans heeft op een vaste baan is geen reden om uitstel te verlenen. Bovendien is in de locatie Nieuwersluis de voor klaagster benodigde medische zorg aanwezig.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Nieuwersluis is een gevangenis voor vrouwen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klaagster
op 18 juni 2014 schriftelijk heeft verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in de gevangenis. Klaagster heeft niet onderbouwd dat er sprake is van een mogelijke toekomstige arbeidsovereenkomst, dan wel van vrijwilligerswerk. Een
nog in te dienen gratieverzoek vormt geen belemmering voor de tenuitvoerlegging van de opgelegde principale hechtenis. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 14 augustus 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven