Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3661/GB, 10 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:10-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3661/GB

Betreft: [klager] datum: 10 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Zevenboom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 september 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 15 oktober 2014 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 17 september 2014 is klager opgeroepen zich op 15 oktober 2014 te melden in de gevangenis van de p.i. Almere voor het ondergaan van 14 dagen gevangenisstraf. Op 25 september 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 29
september
2014 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Gezien klagers hevige pijnen en de beperkingen die klagers aandoening veroorzaken is het niet wenselijk en zelfs niet mogelijk om thans in detentie te verblijven. Klager is bekend met het radiculair syndroom, waardoor hij veel last heeft van ernstige
(stralings-)pijnen in hoofd, armen en rug en beperkt is in zijn handelen. Een behandeling is reeds aangevangen en zal volgens de neuroloog een periode van 4 tot 5 maanden in beslag nemen. Op 16, 17, 22 en 23 oktober 2014 zijn reeds behandelingen in het
Slotervaart Ziekenhuis gepland. De behandeling is zeer specialistisch en kan niet in detentie worden verricht. Ook de zorg en het nauwgezet volgen van de ontwikkelingen als gevolg van de behandeling verzetten zich tegen een detentie. Het advies dat ten
grondslag aan het primaire besluit ligt is niet correct, omdat het in strijd is met het advies van de behandelend specialist. Klager heeft (nogmaals) de verklaring van zijn behandelend specialist overgelegd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aan klager is reeds tweemaal uitstel verleend. De gevolgen van een vrijheidsstraf komen voor rekening en risico van de veroordeelde. Ten grondslag aan de beslissing ligt het advies van het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA). In dit advies
staat dat op basis van de ontvangen medische informatie van de huisarts blijkt dat klager onder behandeling is van een specialist. Bezoek en eventuele behandeling van klager kan in of vanuit detentie plaatsvinden. Op basis van deze informatie acht het
BIMA klager detentiegeschikt. Dit advies is richtinggevend.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Almere is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft verzocht om uitstel van zijn meldplicht tot zijn behandeling is afgerond. Gelet op het advies van het BIMA van 17 september 2014, waarin gesteld wordt dat klager detentiegeschikt is en eventuele behandelingen van klager in of
vanuit
detentie kunnen plaatsvinden, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 10 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven