Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2429/GB, 17 september 2014, beroep
Uitspraakdatum:17-09-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2429/GB

Betreft: [klager] datum: 17 september 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 juli 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 mei 2014 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Hoogvliet te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers partner woont met haar drie kinderen (het jongste kind heeft zij samen met klager) in Almere. Klagers vriendin is niet in staat samen met hun pasgeboren kind af te reizen naar Rotterdam om klager te komen bezoeken. Daarnaast heeft klagers
vriendin medische problemen, waardoor zij maar zeer beperkt naar Rotterdam kan reizen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Een preventief gehechte gedetineerde dient zo dicht mogelijk bij het arrondissementsparket van insluiting (in dit geval Rotterdam) te worden ondergebracht. De selectiefunctionaris is niet in het bezit van een medische onderbouwing waaruit blijkt dat
klagers vriendin niet of niet goed in staat is om te reizen. Uit de overgelegde stukken blijkt dat klager bezoek ontvangt van zijn vriendin. De selectiefunctionaris ziet dan ook geen bijzondere omstandigheden, zoals vereist is volgens uitspraken van de
beroepscommissie van de RSJ.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Uitgangspunt bij de plaatsing van voorlopig gehechte gedetineerden is dat deze, gelet op het belang van een goede rechtsgang, worden geplaatst in een h.v.b. in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Van dat uitgangspunt kan onder
omstandigheden worden afgeweken. De door klager aangevoerde omstandigheden, te weten problemen inzake klagers bereikbaarheid voor zijn bezoek, zijn onvoldoende feitelijk onderbouwd. Uit de overgelegde stukken blijkt dat klager bezoek van zijn partner
ontvangt. Daarnaast zijn geen stukken overgelegd waaruit de medische problemen blijken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk
of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 17 september 2014

secretaris voorzitter

Naar boven