Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3085/GB, 2 september 2014, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3085/GB

Betreft: [klager] datum: 2 september 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 1 september 2014 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 11 augustus 2014 is klager opgeroepen zich op 1 september 2014 te melden in de gevangenis van de p.i. Vught voor het ondergaan van 80 dagen gevangenisstraf. Op 15 augustus 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 20 augustus
2014 ongegrond is verklaard. In verband met de afdoening van het beroep is de dag waarop klager zich dient te melden thans gesteld op 4 september 2014.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Wanneer klager op dit moment een gevangenisstraf dient te ondergaan zal dit de stijgende lijn in zijn persoonlijke ontwikkeling doorbreken. Het Leger des Heils is van mening dat detentie meer
kwaad
dan goed zal doen bij klager. Klager maakt sinds zijn verblijf bij het Leger des Heils een gemotiveerde indruk om zijn leven weer op orde te krijgen. Op dit moment werkt hij aan het herstellen van een gezond sociaal netwerk, het wegwerken van zijn
schulden en is hij voornemens weer te gaan werken. Vanuit het begeleidingsteam is eveneens te kennen gegeven dat het onverstandig is om klager op dit moment een gevangenisstraf te laten ondergaan. Klager komt zijn afspraken na en hij heeft al een
geruime tijd geen terugval in middelengebruik gehad. Ook klagers reclasseringsambtenaar geeft aan dat klager daadwerkelijk een positieve ontwikkeling doormaakt en dat hieraan afbreuk zou worden gedaan door hem op dit moment een gevangenisstraf te laten
ondergaan. Klager zal na detentie dakloos zijn nu hij dan niet meer bij het Leger des Heils kan verblijven. De vrees bestaat dat klager hierdoor weer in aanraking komt met GHB, waardoor het risico dat klager wederom delictgedrag gaat vertonen, wordt
vergroot. Klager verzoekt de gevangenisstraf om te zetten in een andere straf dan wel aan hem uitstel te verlenen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Om deze reden, en om de capaciteit binnen het
gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, is de selectiefunctionaris slechts in uitzonderlijke omstandigheden bereid om uitstel te verlenen. Op 2 augustus 2014 heeft klager schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich te
melden. In het verlengde daarvan heeft klager op 11 augustus 2014 een oproep ontvangen om zich op 1 september 2014 te melden. Klager is ruimschoots in de gelegenheid geweest om geschikte woonruimte voor na zijn detentie te vinden. Hij is immers sinds 1
augustus 2014 bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Sinds 11 augustus 2014 is hij “concreet” bekend met de melddatum van 1 september 2014. Voorop staat thans de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf waartoe klager, die inmiddels
is afgekickt van zijn GHB-verslaving, is opgeroepen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Voor zover klager verzoekt de gevangenisstraf in een taakstraf om te zetten, geldt dat een beslissing tot omzetting niet tot de bevoegdheid van de selectiefunctionaris en de beroepscommissie behoort. De beroepscommissie heeft kennisgenomen van
hetgeen over de ontwikkeling ten goede van klager wordt opgemerkt. Een dergelijke positieve ontwikkeling kan echter op zichzelf nog geen grond vormen voor uitstel van de tenuitvoerlegging. Een dergelijk uitstel is evenmin zonder meer geboden in verband
met de huisvesting. Immers in het midden is gebleven voor welke termijn uitstel geboden wordt geacht kennelijk mede omdat onduidelijk is of oplossing van de problemen waarmee klager heeft te kampen door enig uitstel dichterbij kan komen. De op de onder
3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 2 september 2014

secretaris voorzitter

Naar boven