Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2123/GB, 1 september 2014, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2123/GB

Betreft: (klager) datum: 1 september 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.K. Oosterveen, namens

(...), verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de inrichting voor stelselmatige daders (ISD) van de locatie Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 december 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de ISD van de locatie Hoogvliet te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil worden overgeplaatst naar de ISD van de locatie Zoetermeer in verband met het ontvangen van bezoek van zijn zieke vader die kampt met hartproblemen, diabetes en chronische
gewrichtsklachten. Zijn vader is niet in staat klager te bezoeken in de locatie Hoogvliet, maar wel in de locatie Zoetermeer. Het standpunt van het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) dat klagers vader hem ook niet in de locatie Zoetermeer
kan
bezoeken, is onjuist. Daarnaast is klager altijd woonachtig en werkzaam geweest in de regio Haaglanden en zal hij zich na detentie hier ook weer vestigen. In het kader van klagers terugkeer in de maatschappij is het van groot belang dat de hulp vanuit
de ISD en de nazorg gericht zijn op klagers terugkeer naar de regio Haaglanden. Aan klager is op 27 maart 2014 een ISD-maatregel opgelegd. Klager heeft zijn hiertegen ingestelde beroep van 10 april 2014 op 29 april 2014 ingetrokken. Daarmee is de
stelling van de selectiefunctionaris dat klager als preventief gehechte, waaraan mogelijk een ISD-maatregel wordt opgelegd, in het parket van vervolging wordt ingesloten onjuist. Hij is thans niet meer preventief gehecht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Gedetineerden waarbij een ISD-maatregel is opgelegd, worden in een ISD in het parket van veroordeling geplaatst. Daarnaast is gekozen om preventief gehechten, aan wie mogelijk een ISD-maatregel wordt opgelegd, tevens te plaatsen in het parket van
vervolging.
De medisch adviseur bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft meegedeeld dat op basis van de ontvangen medische informatie van de huisarts een tijdelijk verlaten van de inrichting is geïndiceerd. De adviseur wijst erop dat bij een
overplaatsing de vader van de klager alsnog moet reizen. De directeur van de locatie Hoogvliet heeft negatief geadviseerd omtrent klagers overplaatsing naar de locatie Zoetermeer. Klager kan een beroep doen op de Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting om zijn zieke vader te bezoeken.

4. De beoordeling
4.1. De Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers (stcr. nr. 10579, 2009) is per 1 januari 2014 komen te vervallen en de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers (stcr. nr. 35061, 2013) is hiervoor in de plaats
getreden. In de nieuwe richtlijn wordt – in tegenstelling tot de oude richtlijn – niets gesteld omtrent de capaciteit van ISD-afdelingen. Er dient vanuit te worden gegaan dat hierin dan ook geen wijzigingen zijn opgetreden. De celcapaciteit van de
ISD-afdelingen is in zijn geheel toegankelijk.

4.2. Klager verzoekt om overplaatsing naar de ISD van de locatie Zoetermeer, in verband met het ontvangen van bezoek van zijn zieke vader en het feit dat klager zich na detentie wil vestigen in de regio Haaglanden, waaronder Zoetermeer valt. De
beroepscommissie is van oordeel dat, anders dan de selectiefunctionaris stelt, de enkele omstandigheid dat de ISD-maatregel is opgelegd door de arrondissementsrechtbank Rotterdam niet impliceert dat klager deze maatregel dient te ondergaan in een
inrichting in (de omgeving van) Rotterdam. Bovendien wil klager zich na detentie vestigen in de regio Haaglanden, waaronder Zoetermeer valt. Voor wat betreft het bezoek van zijn vader maakt het, zo volgt uit het medisch advies, niet uit of klager nu in
Hoogvliet of Zoetermeer is gedetineerd. De beroepscommissie is wel van oordeel dat de selectiefunctionaris voorbijgaat aan het argument dat klager zich na zijn detentie in de regio Haaglanden wil vestigen. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie
dan ook van oordeel dat de selectiefunctionaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een overplaatsing van klager naar de ISD van de locatie Zoetermeer niet mogelijk zou zijn. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing
dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het
toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in
tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 1 september 2014

secretaris voorzitter

Naar boven