Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3057/SGB, 29 augustus 2014, schorsing
Uitspraakdatum:29-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/3057/SGB
Betreft : [klager] datum: 29 augustus 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. H. Gaasbeek, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Tafelbergweg te Amsterdam.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 7 augustus 2014, tot beëindiging van de extramurale fase van
verzoekers ISD-traject en terugplaatsing vanuit de FPA Roosenburg te Den Dolder naar de locatie Tafelbergweg, een inrichting voor stelselmatige daders.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het verzoekschrift van 26 augustus 2014, van de beslissing op het bezwaarschrift van 20 augustus 2014, het op 26 augustus 2014 tegen de beslissing van de selectiefunctionaris ingediende beroepschrift,
alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 27 augustus 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing
van de selectiefunctionaris. Verzoeker is vanuit de FPA Roosenburg op 25 juli 2014 teruggeplaatst naar de locatie Tafelbergweg.
Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris volgt onder meer dat verzoeker in de FPA Roosenburg drugs heeft gebruikt ondanks meerdere waarschuwingen. Gelet hierop kan op voorhand niet worden gesteld dat de beslissing van de selectiefunctionaris
zodanig onredelijk of onbillijk is dat sprake is van een spoedeisend belang om thans over te gaan tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris. Het verzoek zal worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. J.D. Den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris op 29 augustus 2014

secretaris voorzitter

Naar boven