Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2992/GB, 26 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2992/GB

Betreft: [klager] datum: 26 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 27 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 30 juli 2014 is klager opgeroepen zich op 27 augustus 2014 te melden in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel voor het ondergaan van 706 dagen gevangenisstraf. Op 6 augustus 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op
12 augustus 2014 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Aan klager is op 25 juni 2014 eenmalig uitstel tot melden verleend. Aan hem is toen medegedeeld dat hij vanaf week 33 van 2014 een nieuwe oproep tot melden kon verwachten. Klager stelt dat “vanaf
week 33” een ruim begrip is. Daarnaast is klager voornemens een rechtszaak te beginnen. Hij verzoekt om uitstel in verband met deze rechtszaak.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voor klager is “vanaf week 33” een ruim begrip. Week 33 begint echter op 11 augustus 2014. Dit betekent dat klager er rekening mee had moeten houden dat hij vanaf die
week opgeroepen kon worden. Met betrekking tot het voornemen een rechtszaak te starten stelt de selectiefunctionaris dat er geen stukken overgelegd zijn waaruit dit voornemen blijkt.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den Ijssel is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft verzocht om uitstel van zijn meldplicht in verband met zijn voornemen een rechtszaak te beginnen. Dit voornemen wordt echter op geen enkele wijze onderbouwd. Tevens is de beroepscommissie van oordeel dat klager, met inachtneming
van
de beslissing van de selectiefunctionaris van 25 juni 2013, rekening met een melddatum vanaf 11 augustus 2014 (de eerste dag van week 33) had kunnen en moeten houden. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing
van de selectiefunctionaris dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 26 augustus 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven