Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0493/GB, 29 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/493/GB

Betreft: [klager] datum: 29 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 februari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) met elektronisch toezicht (e.t.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 juni 2008 gedetineerd. Hij verblijft in de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet vinden in de beslissing van de selectiefunctionaris. Omdat klager ongewenst is verklaard heeft hij geen recht op verlof, deelname aan een p.p. met e.t. of plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting. Klager is van mening
dat
hij in het geheel geen rechten meer heeft. Hij mag de hem opgelegde gevangenisstraf niet uitzitten in eigen land en alle aanvragen worden hier in Nederland afgewezen. Klager stelt zich op het standpunt dat hij op grond van de Pbw een aantal rechten
heeft, welke hem hier worden onthouden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht in aanmerking te mogen komen voor deelname aan een p.p. met e.t. Dat verzoek is afgewezen. Klager wordt na detentie uitgezet. Er ligt tegen hem een ongewenstverklaring. Deze ongewenstverklaring is reden om klager niet in
aanmerking
te laten komen voor plaatsing in een p.p. (met e.t.) of voor detentiefasering.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Voor detentiefasering dan wel deelname aan een p.p. is verder van belang dat de betreffende gedetineerden voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van vrijheden, zoals vermeld in de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Op grond
van
artikel 4, aanhef en onder i is bepaald dat een gedetineerde die ongewenst is verklaard, ten aanzien van wie een procedure tot ongewenstverklaring loopt, tenzij hieraan schorsende werking is verleend, of van wie vaststaat dat hij na de detentie zal
worden uitgezet, niet in aanmerking komt voor verlof en dus ook niet voor detentiefasering. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 29 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven