nummer: 02/977/GA
betreft: [klager] datum: 27 augustus 2002
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming d.d. 23 april 2002 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Demersluis te Amsterdam,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het beschadigd raken van zijn horloge bij gelegenheid van zijn overplaatsing naar het h.v.b. Demersluis,op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is op 6 april 2001 overgeplaatst van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad naar de p.i. Over-Amstel. Bij zijn vertrek aldaar is een horloge volledig intact meegegeven. Bij aankomst bleek dit horloge stuk te zijn. Debeklagcommissie heeft een vergoeding toegekend van € 10,=, die kennelijk alleen bedoeld is als compensatie voor het glas van het horloge. Het horloge was echter geheel niet meer intact, zodat een vergoeding van het hele horloge, datnieuw was in 2000, voor de hand had gelegen.
De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Het gaat hier om het beschadigd raken van zijn horloge.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie komt, bij afweging van alle belangen en omstandigheden van het geval, tot het oordeel dat de tegemoetkoming een juiste is. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 27 augustus 2002.
secretaris voorzitter