Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1595/GA, 23 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1595/GA

betreft: [klager] datum: 23 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 mei 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Tevens heeft de beroepscommissie bij de bevolkingsadministratie een kopie van de registratiekaart van klager opgevraagd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de terugplaatsing in het basisprogramma (klachtnummers 2014-127, 2014-129 en 2014-130), op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Er zijn fouten gemaakt die niet teruggedraaid kunnen worden. Klager heeft acht weken lang vijf uur aan activiteiten moeten inleveren en minder bezoekuren gehad.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd.
Klager is op 7 maart 2014 geplaatst op afdeling L waar een basisprogramma geldt. Vervolgens is hij op 25 april 2014 geplaatst op een afdeling met een plusprogramma. De tussenliggende periode is zeven weken. Klager heeft geen nadeel ondervonden van het
feit dat hij op afdeling L heeft verbleven.

3. De beoordeling
Klager is op 4 maart 2014 overgeplaatst van de penitentiaire inrichting Leeuwarden naar de locatie Esserheem. Hij heeft eerst op 7 maart 2014 zijn beklag gedaan over de wijze waarop de beslissing is genomen om hem te plaatsen in het basisprogramma. Het
beklag is gegrond verklaard.
In artikel 1d van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden is bepaald dat een gedetineerde aanspraak heeft op promotie indien hij op alle onderdelen van goed gedrag positief scoort gedurende een periode van zes weken. De
directeur neemt hierover een beslissing.
Klager heeft zeven weken op afdeling L verbleven, een afdeling met een basisprogramma. Dat programma vertoont substantiële verschillen met het plusprogramma. Nu klager gedurende zeven weken niet aan dat plusprogramma heeft kunnen deelnemen, heeft hij
nadeel ondervonden. De beroepscommissie kan zich daarom niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie klager geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal klager een tegemoetkoming
toekennen voor de periode van zeven weken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 35,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 23 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven