Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1328/GA, 26 augustus 2002, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1328/GA

betreft: [klager] datum: 26 augustus 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 3 juli 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming d.d. 27 mei 2002 door de voorzitter van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen Rijnmond, locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De voorzitter van de beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van €. 7,50 vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de beslissing van de directeur van voormelde locatie klager geen toestemming teverlenen een zitting van de rechtbank omtrent klagers uitzetting en ongewenstverklaring bij te wonen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat deze niet in verhouding staat tot de geschonden rechten van klager. Hij heeft zijn belang niet kunnen bepleiten in het door hem bij deadministratieve rechter ingestelde beroep. Indien hij daartoe wel in de gelegenheid was geweest, was zijn verklaring wellicht voor de rechter doorslaggevend geweest en had hij de onherroepelijke beslissing tot zijn uitzetting enongewenstverklaring misschien kunnen voorkomen. De door hem voldane griffierechten bedroegen ƒ. 225,- voor de beroepsprocedure en ƒ. 225,- voor de voorlopige voorziening. Klagers echtgenote heeft voor het bijwonen van de zittingreiskosten gemaakt en kosten voor kinderopvang.

De directeur heeft daarop ten aanzien van de tegemoetkoming als volgt gereageerd.
De hoogte van de tegemoetkoming stemt overeen met die voor ten onrechte opsluiting in een strafcel of afzonderingscel. De directeur heeft hierover met de voorzitter van de commissie van toezicht overlegd. In verband met klagersvertrek uit de inrichting was het niet mogelijk een extra bezoekmoment of een andere faciliteit toe te kennen.
Overigens acht de directeur het klagers eigen keus en verantwoordelijkheid om gerechtelijke procedures in gang te zetten en daardoor kosten te maken.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit het niet mogen bijwonen van een terechtzitting.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan.
De beroepscommissie komt, bij afweging van alle belangen en omstandigheden van het geval, tot het oordeel dat de door de voorzitter van de beklagcommissie vastgestelde tegemoetkoming niet als onjuist kan worden aangemerkt. Hetberoep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de voorzitter van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 26 augustus 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven