Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1951/GB, 31 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1951/GB

Betreft: [klager] datum: 31 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E. van Reydt, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 17 maart 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris miskent dat in dit geval sprake is van bijzondere omstandigheden. Klagers vriendin woont in Almelo. Zij is de enige die klager bezoekt. Zij beschikt niet over een rijbewijs en is daarom genoodzaakt met het openbaar vervoer te
reizen. De kosten, ca € 40,= per bezoek, vormen een te grote financiële belasting. Zij is daarom genoodzaakt het aantal bezoeken terug te schroeven, waardoor klager verstoken zal blijven van bezoek.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 9 september 2013, overeenkomstig zijn eigen verzoek, geselecteerd voor de p.i. Nieuwegein. Klager ontvangt hier wekelijks bezoek van zijn partner. Ongemak voor het bezoek met betrekking tot de reisafstand is inherent aan een
detentiesituatie. Daarnaast heeft klager nog een openstaande zaak. De advocaat-generaal heeft een negatief advies afgegeven tot horizontale overplaatsing zolang er nog onderzoeksvragen worden behandeld.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen omtrent het bezoek is aangevoerd kan in dit
stadium niet tot een ander oordeel leiden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. I. Lispet, secretaris, op 31 juli 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven