Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1745/GV, 6 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:06-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1745/GV

betreft: [klager] datum: 6 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 mei 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft strafonderbreking gevraagd omdat zijn moeder erg ziek is. Zij staat vanwege hartklachten onder behandeling van de cardioloog. Klagers moeder is niet in staat klager frequent en langdurig te bezoeken. Klagers moeder heeft de hulp en steun
van klager hard nodig. Klager heeft van 10 april 2012 tot 23 december 2013 in Duitsland gevangen gezeten. Op basis van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) wordt het Duitse vonnis in Nederland geëxecuteerd. Klager wil ook
strafonderbreking omdat zijn twee kinderen hem graag willen zien. De moeder van zijn kinderen is ziek en zij kan niet op bezoek komen. Voorts moet klager zich persoonlijk legitimeren bij de Rabobank om zijn rekening weer te kunnen gebruiken.
Klager functioneert in de locatie Zuid van de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem uitstekend en er zijn geen contra-indicaties voor externe vrijheden. Zowel het langdurig verlof alsook het tijdelijk verlaten van de inrichting worden stelselmatig
afgewezen. Uit de brief van de selectiefunctionaris van 6 juni 2014 staat dat het advies van de politie niet is meegenomen in de bestreden beslissing. Ook staat in deze brief dat klager op de GVM-lijst staat. Uit de correspondentie tussen klagers
raadsman en de officier van justitie blijkt dat deze informatie onjuist is.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In het advies vrijheden van 13 mei 2014 wordt gesteld dat klager om strafonderbreking heeft verzocht om voor zijn zieke moeder te zorgen. Op 18 maart 2014 heeft het bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) negatief geadviseerd. Een
strafonderbreking is niet geïndiceerd op medische gronden. Volgens deze informatie is de moeder goed mobiel en zelfredzaam.

Klager staat inmiddels niet meer op de GVM-lijst. Klager komt pas in aanmerking voor algemeen verlof in het laatste jaar van zijn detentie en gezien de einddatum van zijn detentie is dit mogelijk vanaf 3 februari 2015. Uit informatie bij de BSD van de
locatie Arnhem is gebleken dat binnenkort een selectieadvies detentiefasering met een positief advies van de directeur zal worden uitgebracht. Voorts blijkt uit het advies van de politie dat een broer en een zus van klager ook op het adres van zijn
moeder wonen. Niet duidelijk is, waarom juist klager, die in detentie verblijft zijn moeder zou moeten ondersteunen. Klager heeft aangegeven dat hij zijn moeder al zes maanden niet heeft gezien. Gelet op de verklaring van de medisch adviseur lijkt er
geen belemmering voor klagers moeder om bij hem op bezoek te komen. Als daarvoor medische gronden aanwezig zouden zijn kan klager een incidenteel verlof in het kader van een omgekeerd bezoek aanvragen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zuid van de p.i. Arnhem heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om strafonderbreking.
Het Openbaar Ministerie heeft zich van advies onthouden.
De politie heeft negatief geadviseerd. Klager verblijft niet op het verlofadres en hij gebruikt dit adres als postadres. Klagers broer en zus wonen op dit verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar en drie maanden met aftrek, wegens medeplegen van diefstal met geweld. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van vijftien maanden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of
omstreeks 3 februari 2015.

Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm
van verlof. Volgens klager is zijn moeder erg ziek en heeft zij klagers hulp en steun hard nodig.
Pas in beroep heeft klager gesteld dat strafonderbreking ook nodig zou zijn om zijn kinderen te bezoeken en om zich persoonlijk te legitimeren bij de Rabobank.
In beroep is echter alleen aan de orde de afwijzing van klagers verzoek om strafonderbreking om voor zijn zieke moeder te zorgen, zoals aangegeven in het advies vrijheden van de locatie Zuid van 13 mei 2014. Indien klager zijn kinderen en/of de
Rabobank
wil bezoeken dient hij een nieuwe aanvraag voor strafonderbreking of incidenteel verlof in te dienen.

Uit het advies van de Medisch Adviseur van 18 maart 2014 blijkt dat informatie is opgevraagd bij de huisarts van klagers moeder. Op grond hiervan acht de Medisch Adviseur strafonderbreking niet geïndiceerd. De beroepscommissie is van oordeel dat klager
de noodzaak voor strafonderbreking onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.
De beslissing van de Staatssecretaris, kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 6 augustus 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven